198 te stoppen, moeten de bombardementstoestellen uit de lucht worden gescho ten". „Ten slotte is de meest werkzame methode om een bombardements- aanval te stoppen, de bombardementsvliegtuigen te vernietigen vóór ze de lucht ingaan. Aangezien een bombardementseenheid op haar basis zal verblijven minstens 16 van ieder 24 uur, lijkt een offensief tegen „the bombardment airdrome" de beste verdediging". Infantry Journal. No. 4. October 1930. Organization of division aviation", luitenant D.M. Reeves. „De ondervinding heeft aangetoond dat een „flight" (zes vliegtuigen) voldoende is om te voorzien in de normale behoeften bij de divisie. Waarom dan niet bij elke divisie een „flight" ingedeeld Omdat zulk een indeeling de „flight" zou scheiden van haar „parent squadron and group" en de „problems of maintenance, supply and coordination" belangrijk inge wikkelder zou maken". Afweer van luchtstrijdkrachten. Mil. Wochenblatt No. 17. November 1930. Die Luftschutzübung in Ostpreussen von 1 bis 3 Oktober 1930". „Het geheele verloop der oefening bewees, dat de „Durchfiihrung eines passiven Luftschutzes bei entsprechender Vorbildung der damit befaszten Stellen gewahrleistet werden kann". Deze „erfreuliche Ergebnis" mag ons echter niet op een dwaalspoor brengen wat betreft de „furchtbaren Ernst unserer Lage". De passieve „Luftschutz" kan, zooals gezegd, de uitwerking van een vij. bomaanval slechts binnen bepaalde grenzen „abschwachen". Mil. Wochenblatt. No. 19. November 1930. „Luftabwehrdienst itn Hin- terlande durch Zivilpersonen zur Entlastung der Kampffront"Dr. W. Beek. „De vijandelijke luchtstrijdkrachten kunnen ageeren door het werpen van bommen en door het afzetten achter het front van „Sprengkommandos", door vliegtuigen", zoo lezen we. „Om bomaanvallen op vitale gebiedsdeelen binnen het bereik van vijandelijke vliegeraanvallen werkzaam te bestrijden, is het voldoende, öm deze deelen een aantal luchtafweerkanonnen en mitrail leurs op te stellen, welke nauwkeurig voor die bijzondere doelen moeten zijn ingeschoten en zoonoodig zonder bezwaar door hulppersoneel bediend kunnen worden. Voor bestrijding van de „Sprengkommandos rekent men in Italië op de fascistische jeugdorganisatie en ook in Frankrijk is op het congres der reserve-officieren van 1930 de noodzakelijkheid betoogd het daarheen te leiden dat de beide soorten van vijandelijke „Fliegereinwirkung" in het achterland door alleen civiele krachten succesvol bestreden kunnen worden". De leiding zou daartoe moeten berusten bij daarvoor geschikte, oudere reserveofficieren. Artflleriebewapening. Revue d'artillerie. No. 4. October 1930. „Nouveaux obusiers lourds de campagne de 15 cm. 22 calibres mod. 1929 de l'artillerie danoise". Enkele gegevens van dezen nieuwen Schneider-vuurmond zijn gewicht schietbuis met laadmechanisme en mondingsrem 1650 kg.; gewicht stuk in vuurstelling 5165 kg.; gewicht stuk in vervoerstelling 5675 kg.; gewicht projectiel 38,4 kg.; min. lading 6,5 kg.; max. lading 9,85 kg.; max. V0 635 m.min. V0 215 m.max. gasdruk 2500 atmosfeerenkaliber 149,1 mm.lengte kanonterugloop 1290 mm. The Journal of the Royal Artillery. No. 3. October 1930. Guns or howitsers kapitein C. A. P. Murison. Aan het meerendeel der vragen om steun aan de veld-artillerie kan, zooals schr. afleidt, beter worden voldaan door het veldkanon dan door den 12 cm. houwitser. „In de toekomst ver vangen tanks wellicht de infanterie in den aanvalals die tijd komt moet de artillerie klaar zijn om de soort steun te leveren, welken tanks eischen. Indien, zooals het [schijnt, die steun het beste kan worden gegeven door rook, dan is de superioriteit van den houwitser voor het vormen van rook schermen een factor die zwaarder weegt dan alle andere beschouwingen en resultaten in de vervanging van kanonnen door houwitsers. Tegenwoordig is

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 95