199
echter de infanterie en niet de tank het hoofdwapen in den aanval en voor
den steun aan de infanterie in den aanval bezit het veldkanon voordeelen,
die het aanspraak geven op zijn tegenwoordige positie als hoofdwapen van
de veld-artillerie".
Artilleristische Rundschau. No. 4. October 1930. Neuzeitliche Artille-
riefiihrung (n.a. v. het gelijknamige artikel in het Februari-nummer). „Wat de
uitrusting°van een moderne divisie met artillerie aangaat, houd ik een ge-
schutcompagnie met 6 stukken infanterie-geschut voor voldoende, doch een
reserve van gelijke sterkte voor noodzakelijk in de divisie-artillerie de ver
houding der kanonbatterijen tot de houwitserbatterijen van 1:2 beter dan
omgekeerd, alleen houwitsers voor nog beter". „Vliegers kunnen in de toe
komst nooit genoeg beschikbaar zijn". „Flakschutz ist Sache der Führung".
Artillerietechniek.
Mil. YVochenblatt. No. 16. October 1930. Ein „neuer" Geschütztyp
Direktor C. Miiller. Schr. stelt deze vraag n.a.v. het in M.W. No. 4 vermel
de streven een „Feld-Flak" te construeeren en de resultaten waartoe Krupp
en Skoda tegen het einde van den oorlog waren gekomen. Hij betoogt dan
dat de gestelde eischen in 't geheel niet nieuw zijn en noemt als voorbeelden
het 7,7 cm. S Flak L/27 C 1913 en het 7,7 cm. S Flak L/35 C 1915, waarvan
afbeeldingen in het artikel voorkomen.
The Field Artillery Journal. Sept.-October nummer 1930. Lighting
device for Battery Commander's Telescope", luitenant C. C. Blanchard.
„Gezien de steeds grooter wordende belangrijkheid van niet waargenomen
vuur van de veld-artillerie in den modernen oorlog, de noodzakelijkheid van
het veelvuldig in stelling komen na het invallen van de duisternis en opening
van het vuur vóór het aanbreken van den dag, kan men zeggen dat alle
batterijen moeten worden uitgerust met kijkers B. C. „suitable for adjusting
fire at night. This requires some such lighting device as that described above
to illuminate the reticule scale". Een aldus ingericht instrument zou ook van
groot nut zijn voor oriënteeren tijdens de duisternis en „laying batteries on
the base line after dark". Duidelijke foto's zijn in den tekst opgenomen.
Artilleristische Rundschau. No. 4. October 1930. „Die 52 cm. Haubitze
Schneider.Creusot als Eisenbahngeschiitz"Dr. E. Mouths. In Frankrijk heeft
Schneider-Creusot kort geleden een 52 cm. houwitser geconstrueerd, welke
voor verplaatsingen op normaalspoor-spoorwagens is gebouwd. Enkele gege
vens zijn
kaliber 52 cm.
lengte schietbuis 850 cm.
projectielgewicht 1400 kg.
V0. 500 m.
grootste dracht 18000 m.
verticaal schootsveld 0h 60°
totale lengte spoorwagen 30.36 m.
gewicht schietbuis sluitstuk 44.100 kg.
totaal gewicht „des Gerats" 265.000 kg.
In hetzelfde nummer „Zur Erage des zweckmaszigsten Kalibers für Schiffs-
Flak", schout- bij-nachtPunt(n. a. v. het artikel in het Februari-nummer). „De op
voering van het Flakkaliber „unter Verzicht auf V0 und Geschoszgewicht" is
voor de verdediging van het eigen schip een „wirkungsvolle .Maszname",
in het bijzonder daar, waar de grootte van het schip geen vérgaande beperking
met betrekking tot het aantal Flakstukken eischt. Waar 'die beperking wèl
aanwezig is, derhalve op middelbare en kleinere schepen, is een klein kaliber
met „mittleren V0", het gunstigst".
„De stijging van de V0 boven de thans gebruikelijke brengt weliswaar
voordeelen met betrekking tot vluchttijden, welke echter door de sterke ge
wichtstoename van geschut en patroon, zoowel als door het zakken van den
levensduur, meer dan opgeheven worden. Het stijgen van patroongewicht en