Tot openlijke vijandelijkheden komt het de eerste nachten niet; deze zullen eerst aanvangen, nadat de tegenpartij ons doen en laten heeft bespionneerd. 's Avonds op het rapport heeft de Col. ct. de uitzending van patrouilles gelast en de comdn. dezer patrs. aangewezen hijzelf gaat met een dezer patrs. mee. Met welke bedoeling worden deze patrs. uitgezonden en hoe sterk moeten zij minstens zijn Het is een algemeene regel, dat wanneer door onze troepen in een voor hen onbekende streek moet worden opgetreden, het zaak is dat zij zich zoo spoedig mogelijk op de hoogte stellen van het vermoedelijke terrein van actie. In deze beginperiode zal het terrein van actie gelegen zijn in en nabij het kampong terrein. Daar toch voelt de verzetspartij zich veilig; zij weet zich den steun in alle opzichten van de kampongbevolkingdaar toch ook wonen hunne vrouwen en naaste familieleden, die hun ruim van voedsel voorzien. Bovenbedoelde patrs. worden dan ook uitgezonden met de bedoeling om het vermoedelijk terrein van actie te doorkruisen en het grondig te leeren kennen. De patrs moeten weten, welke wegen en paden naar de verschillende kampongs voeren, welke plaatsen langs die wegen en paden bij uitstek geschikt zijn om een hinderlaag te leggen, de uitgestrektheid der kpgs. en zulks met het oog op een latere doorzoeking en afzetting ervan, de juiste namen der kpgs. en rivieren, den toestand der bruggen in die wegen en paden, de doorwaadbare plaatsen in de rivieren enz. Deze patrs. zijn z g. dagpatrs., daar zij bij dag weer naar het bivak terugkeeren. In een later stadium wordt van deze patrs nog geëischt, dat zij zich op de hoogte stellen welke woningen aan familieleden der verzetspartij toebehooren, met het oog op een mogelijk omsingelen en doorzoeken dier woningen. De sterkte van deze patrs. moet zoodanig zijn, dat zij aan een mogelijken aanval door de verzetspartij behoorlijken weerstand kunnen bieden niet alleen, doch daarna nog tot een vervolging kunnen overgaandaarom moeten zij 3 a 4 K. brigs, sterk zijn. Deze dagpatrs. worden door de tegenpartij van op eenigen afstand geobserveerd en vermoedelijk ook beschoten om uit te lokken hoe hierop door onze troepen zal worden gereageerd. Materieele schade wordt door dit schieten op grooten afstand niet toegebracht en als de schutters dadelijk op de vlucht slaan, heeft het geen nut om hen te achtervolgen. Blijven de schutters ons echter voortdurend op grooten afstand hinderen, dan zal de patr. ct. maatregelen moeten nemen om hen middels omtrekking in den rug te pakken zien te krijgen. Onze troepen moeten er op rekenen, dat een fanatieke tegenpartij ons nu al een koopje tracht te leveren door een onstuimigen klewang-aanval. De marsch- 220

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 14