In Europa spreekt men van tegenvoorbereidingsvuren, uit het
Fransch tirs de contre-préparation. Duitschland spreekt in deze
beteekenis van „Vernichtungsfeuer". Dit zijn vuurconcentraties
van alle beschikbare batterijen op de strook, waarin de vijand
zich gereedstelt voor den aanval. Het doel van dat vuur is dezen
aanval in de kiem te smoren.
Waarom nu kennen onze voorschriften een dergelijke benaming
niet
Het antwoord op deze vraag is nog al eenvoudig. De bere
kening op blz. 136 van het l.M T. 1930 No. 2 geeft daarop een
duidelijk antwoord. N.I. omdat we er de macht niet toe hebben.
Alleen dan is dit vuur van toepassing, als de vijand het fout
doet en in plaats van zijn diepteopstelling te behouden in of
achter een rand samenkoekt. Dan is er de gelegenheid voor een
concentratie. Maar zulk snelvuur volgt steeds en overal waar
wordt waargenomen, dat hij een terreindeel van beperkte afme
tingen successievelijk met troepen opvult, zonder er uit tevoor
schijn te komen.
Daar hebben we dus geen speciale benaming voor noodig.
Van de afmetingen van zulk een terreindeel hangt af, of het
wordt uitgevoerd als snelvuur van een batterij of als concentratie-
vuur met meerdere batterijen. Het eerste komt veel sneller tot
uitvoering.
Hoe dient men nu te handelen, indien men een terreindeel
moet verdedigen en de waarneming niet is verzekerd Moet men
er dan in berusten, dat de artillerie niet kan medewerken, an
ders dan door voorbereide afsluitingsvuren, welke ze van de
infanterie uit voorste lijn opkrijgt? Neen, want voor dat geval
hebben we nog een surrogaat.
We lezen in G. V. Mob. A. pt. 48 (4) „Hoe meer tijd er be
schikbaar is, des te meer gelegenheid zal de artillerie hebben
om de grenzen van de vorenbedoelde mogelijkheden te verrui
men, door de gunstige omstandigheden te verbeteren en de on
gunstige te veronzijdigen."
Een middel hiertoe is punten te bepalen in het voorterrein,
die de vijand moet passeeren. Het aantal punten hangt af van
den tijd. Het woord „punten" is een manier van spreken, het
zijn natuurlijk geen punten, want we vuren niet op punten, maar
op strooken.
Faute de mieux zijn de vuren op die strooken, geheel voor
bereide vuurconcentraties.
Wordt middels vliegtuigen gemeld, dat er zich aldaar troepen
bevinden, aannemende dat dit door die vliegtuigen werkelijk ge
constateerd kan worden, dan wordt er direct zulk een vuur op
afgegeven.
De uitwerking van deze vuren is zooals boven aangetoond
minimaal, aangenomen dat ze niet te laat zijn en de terreinstrook
231