Welk resultaat zal een eventueele vijand hier kunnen bereiken met een bombardement? Aannemende dat het zijn doel is zich het bezit der olie-voorraden en installaties voor eigen gebruik te verzekeren, is het niet te verwachten dat hij ertoe over zal gaan tijdens de actie tot verovering dezer punten, een vernielend luchtbombardement te ondernemen tegen de opslagplaatsen, enz. Hij zou zich hierdoor, zonder nader tot zijn doel te geraken, slechts zelf benadeelen, aangezien hij het door hem begeerde doel verwoest. Het door ons met de verdediging van T. en B. beoogde doel, n. 1. te beletten dat eenigen belligerent beslag legt op de olie voorraden en vindplaatsen, wordt evenzeer bereikt wanneer deze vernietigd worden, onverschillig door wie of deze vernietiging geschiedt. Laat de vijand om deze reden hoogergenoemde doelen ongemoeid, dan blijven op T. en B. nog slechts zuiver militaire doelen over. Gezien de betrekkelijk geringe sterkte der bezettin gen, welke het mogelijk maakt een verspreide en goed gedekte opstelling aan de troepen te verzekeren, mag het nut van een daartegen gericht bombardement problematiek worden genoemd. Immers in plaats van groote immobiele doelen, vormen de troe pen slechts kleine en meest mobiele doelen, welke weinig tref kans bieden. Slechts het vliegveld zou hierop een uitzondering vormen. Waar ernstige materieele vernielingen, die rechtstreeks het weerstandsvermogen der bezetting aantasten, dus zoo moeilijk zijn te bereiken, daar mag men o. i. wel aannemen dat de vijand geen ernstig bombardement zal nastreven. Dit is te meer waar schijnlijk, waar het oogmerk „intimidatie" voor T. en B. buiten beschouwing kan blijven, door het ontbreken aldaar van een talrijke civiele bevolking welke daarvoor ontvankelijk is. Onder de buiten het bombardement te verwachten vijandelijke ondernemingen, noemden we reeds de beschieting vanuit geringe hoogte met mitrailleurs (slagaanval). Ter inleiding zullen wij eerst nagaan welke vliegtuigen de vijand voor deze taak kan in zetten. Hierbij weder uitgaande van de veronderstelling dat slechts ondernemingen met beperkte middelen zijn te verwachten tegen T. en B., mag worden aangenomen dat daarbij geen moderne moederschepen met vliegtuiglandingsdek zullen worden ingedeeld, doch hoogstens kleine verouderde type's daarvan öf, wat nog waarschijnlijker is, vliegtuig-transportschepen. Uit dien hoofde blijft zoowel het te verwachten aantal alsook de kwaliteit der vliegtuigen aan beperkingen onderhevig. Dit is evenzeer nadeelig voor den slagaanval als voor de uitvoering van het hierboven besproken bombardement. De aan boord der transportschepen medegevoerde vliegtuigen zullen vanaf het water moeten ageeren, dus moeten bestaan uit vliegbooten of drijvertoestellen. Beide moeten voor de uitvoering van een slagaanval tegen troepen te land als te traag, te weinig manoeuvrabel en te kwetsbaar worden aangemerkt. De aan boord der moederschepen medegevoerde 241

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 35