alle groote eenheden in voorste lijn en een gat van 45 K M. tusschen den rechtervleugel en den linkervleugel van het II Leger. Hoewel voortgekomen uit een offensieve handeling vertoont deze opstelling dus de lineaire, ondiepe groepeering, die volgens Clausewitz gewoonlijk door een verdediger in bergterrein wordt ingenomen. Met woorden, welke wederom de voor alle tijden geldende waarde zijner uitspraken bewijzen, heeft de groote krijgsman-philosoof op het gevaar eener dergelijke opstelling ge wezen en de dwaalleer bestreden, als zou een gebergte de stra tegische verdediging begunstigen. Sprekend over een Italiaansch leger zegt hij „Verteilte sie sich in den hohen Alpen, so würde sie von jeden entschlossenen Gegner überwunden werden, ohne auch nur die Alternatieve eines Sieges oder einer Niederlage zu haben". (,,Vom Kriege", blz. 429). In deze noodlottige positie bevond het Roemeensche leger zich midden Sept. 16. Naar onze meening gaf het Fransche opper bevel den Roemenen t. o. v. Zevenburgen dan ook een slechten raad, welke door de Roemenen evenwel door de wijze van uitvoeren nog verergerd weid. Aannemende dat een groot aantal divisies naar het Z. gezon den moest worden, hetgeen door ons later zal worden besproken, hadden deze o. i. nimmer gevonden mogen worden ten koste van den linkervleugel der Zevenburgsche legers. Hier toch was de eenige plaats waar de Roemeensche legerleiding door han delend op te treden het dreigend gevaar kon bezweren. Iedere aanval der Centralen in O. richting zou doodelijk getroffen worden door een Roemeenschen stoot in de richting Hatszig-Peski. Achtte de Roemeensche leiding het evenwel beslist onmogelijk hiervoor krachten te vinden, dan had het I Leger zich op de grenspassen dienen terug te trekken. Thans bleven de Jiu- en Altgroep geïso leerd in de lucht hangen, uitlokkende tot een aanval. Samengevat kan gezegd worden Conclusie VI.: „De maatregelen der Roe meensche legerleiding op het front in Zeven burgen, na het offensief van Mackensen in de Dobroedsja, lieten het initiatief geheel aan den vijand en verzuimden daarbij het eigen leger in een positie te brengen, waarin het zich met kans op succes kon verdedige n". b. De manoeuvre door het Cibingebergte. (Slag bij Hermannstadt) 2) 26/29-9-T6. Bij de bespreking der ontwikkeling van het operatieplan der Centralen werden hunne maatregelen gedurende den 209 „Vom Kriege", blz. 415 e.v 2) Zie Schets 5.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 3