Terecht is bij de invoering van onze voorschriften het gebruik
van allerlei onnoodige benamingen en het omschrijven van han
delingen, die öf voor zich zelf spreken öf in een leerboek der
tactiek thuishooren, overboord gegooid.
Dat het zoo blijve
Ten slotte zij nog eens duidelijk naar voren gebracht, dat in
onze kleine verhoudingen de omvatting regel moet zijn, daar de
tegenpartij daardoor in zijn verbindingen wordt bedreigd.
Om te kunnen omtrekken zouden wij overmacht moeten heb
ben, hetgeen wel niet voor ons zal weggelegd zijn.
De frontaanval leidende tot doorbreking van 's vijands opstel
lingen worde, in verband met de groote uitwerking der vijande
lijke infanterievuurwapens, slechts toegepast indien het terrein,
door de sterke aanleuning die het aan 's vijands flanken biedt,
daartoe noodzaakt.
Als regel, aannemende dat omvatting regel is, zal het bezwaar,
dat de buiten het hoofdaanvalsvak optredende troepen zonder
artilleriesteun zouden blijven, tot zeer minimale proporties zijn te
rug te brengen door alle beschikbare artillerie te plaatsen op den
binnenvleugel van de omvattende troep, zoodat vanaf deze plaats
zoowel de omvatting als de frontaal uitgevoerde aanval kan wor
den gesteund.
NASCHRIFT
door
H. VAN DER WAL.
In vorenstaand artikel wil „Inf." aangegeven het principieele
verschil, als gevolg van andere verhoudingen, dat er bestaat
tusschen ons A. T. V. en de Ned. Gevechtshandleiding.
Daartoe haalt schrijver een groot deel van het bekende punt
6 van het A. T. V. aan, maar trekt juist uit het aangehaalde m.i.
minder juiste conclusies.
Het genoemde punt heeft m.i. de strekking er met nadruk op
te wijzen, dat bij het in aanraking komen met den vijand, niet
moet worden gewacht op het resultaat der verkenningen, niet
werkeloos moet worden gebleven, maar dat op de reeds ver
kregen gegevens en aan de hand der terreinsomstandigheden, moet
worden gehandeld. En dan wordt daarbij ter vergelijking ver
wezen naar punt 157, waarin om eigen vrijheid van handelen te
behouden, een tijdige groepeering voor het gevecht (ontplooiing)
wordt geëischt.
251