Roemeenschen opmarsch reeds aangegeven. In groote
trekken bestonden deze uitvertraging van 's vijands opmarsch,
concentieering en hergroepeering hunner strijdkrachten.
Bovendien was de inleidende operatie ter uitvoering
van het medegedeelde plan der „O. L. L." reeds aangezet, vóór
dit plan in handen van Falkenhayn kwam. In een reeks wissel
vallige gevechten werd de Roemeensche Jiugroep over de berg
passen teruggeslagen (10/22-9-'16). Terwijl de Centrale aanvoering
ter plaatse het gewicht van dit strategisch belangrijke punt dus
reeds onderkende, alvorens dit door de leiding was aangegeven,
bleef de Roemeensche legerleiding hier, zooals wij zagen, blind
voor.
Midden Sept. waren de Centrale legers opgemarcheerd zooals
aangegeven op schets 6. Falkenhayn bezat een tot in divisies
nauwkeurig inzicht in de opstelling der Roemeensche strijd
krachten.
Thans stond hij voor het eerste deel zijner hoofdopdracht 2)
„Vernietiging der Roemeensche Altgroep', Z. van Hermannstadt."
De Altgroep telde met haar 2 divisiën, van elk 20 oorlogs-
sterke bataljons een 40.000 man. Hier tegenover kon Falkenhayn,
zelfs nadat de beveiligende groep aan de Jiu tot het uiterste
verzwakt was, slechts 32 zwakke bataljons, in totaal 20.000 man
stellen. Zooals reeds .werd aangestipt, was de materieele uit
rusting der Centralen (zw. art., mitrailleurs) evenwel aanmerkelijk
beter dan die der Roemenen.
De onjuistheid der eigenaardige handelwijze van de O. L. L.
om in de directieven aan een Legercommandant tevens de wijze
van uitvoering vast te leggen 3), toonde zich reeds dadelijk aan.
Een dubbele omvatting der Roemeensche Altgroep toch stootte
op onoverkomelijke bezwaren. De linkervleugel was aangeleund
aan schijnbaar toegankelijk bergterrein, terwijl op den rechter
vleugel het Altdal wel is waar gelegenheid tot omvatting bood,
doch hierbij had de omvatter den rug moeten toekeeren aan het
II Roemeensche leger, dat evenwel juist in deze dagen uit Fo-
garas het Altdal begon binnen te dringen.
De Roemeensche legerleiding toonde daarmede
geheel te handelen volgens de wijze, welke Clausewitz voor de
verdediging in bergterrein als gebruikelijk, zij het onjuist, aangeeft
„Eine zurück behaltene strategische Reserve, urn die angegrif-
fenen Punkte zu verstarken, ist in den wenigsten Fallen geblie-
ben, weil man zich bei der Ausdehnung der Front schon überall
zu schwach fühlte. Deswegen ist die Unterstützung, welche der
angegriffene Posten verhalten konnte, meistens von anderen
210
Blijkens Falkenhayn „Der Feldzug der 9 Armee" I blz. 18.
2) Zie I.M. T. '31/2 blz. 159.
3) ld. blz. 159/160.