Ons inziens zou zulks alleen kunnen zijn tot bescherming van de linkerhand. We weten niet hoe groot het gevaar voor verwon ding van die hand geweest is. Bij oefeningen kwam verwonding aan die hand heel zelden voor. Zeker is, dat door de invoering van de nieuwe stelling, waardoor de hand met de karabijn meer buiten bereik van den tegenstander werd gebracht, dit gevaar aan merkelijk is gereduceerd. Maar aannemende dat het gevaar daarvoor nog zeer groot is, dan nog voelen we om de volgende redenen er meer voor dit risico dan maar op den koop toe te nemen I. Precies zooals Geos zegt het groote voordeel van gelijktijdig slaan. Dit voordeel kan naar onze meening niet hoog genoeg worden aangeslagen. Door een houw immers geeft de tegen stander zich noodwendig bloot en dit moment moet door ons onmiddellijk worden uitgebuit, door op het zelfde oogen- blik een houw toe te brengen, die de tegenstander buiten gevecht stelt. Deze houw zal zekerder worden toegebracht, naarmate onze overtuiging vaster is dat ons op die flank, niets, hoogstens het verlies van vier vingers, overkomen kan. Weren we echter de houw met de klewang en volgt daarop zelfs onmiddellijk een nahouw, dan heeft de tegenstander in de meeste gevallen voldoende tijd gehad zich te herstellen en onze nahouw af te weren, 10 tegen 1 eveneens gevolgd door een nahouw. En wie zegt ons wat het ons dan kost? Proeven hebben ons bovendien aangetoond, dat na een korte oefening een gelijktijdige houw, naar de buik b.v. beslist zit. II. Heeft de man zijn aandacht uitsluitend te concentreeren op zijn rechterflank, een voordeel dat hij b. v. niet heeft als hij slechts met klewang is bewapend. III. Wordt de klewang gespaard voor het offensief, waar we het ten slotte in moeten zoeken. In elk geval komt het ons beter voor dit gevaar te verontzij- digen door 't aanbrengen van een beugel of kom. Uit technisch oogpunt lijkt het ons geen onoverkomelijke moeilijkheid. Maar ook al zoude mande karabijn actief gebruiken, waar om zouden we het hem verbieden. Eerstens is het vaak een reflexbeweging, welke hij in de opwinding van het gevecht uit voert. Hoe tenslotte als hij tegenstanders voor zich krijgt van 2 wapens (2 klewangs, reuntjong en klewang enz), voorzien, waar van hij zich gelijktijdig bedient? O. i. moeten we 3 gevallen goed onderscheiden a. aanval met slagwapens. b. aanval met steekwapens. c. aanval bestaande uit een combinatie van slag- en steekwapens. De weringen hebben we ons voor deze gevallen als volgt gedacht 257

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 51