8. DUURZAME HANGBRUGGEN.
door
P. PROOST.
Kapitein der Genie.
(met 6 foto's en 6 figuren)
Deze bruggen worden in den regel uitgevoerd met ijzeren of
houten jukken en bovenbouw, terwijl de verankering der kabels
niet meer plaats vindt aan houten ankerbalken, doch aan beton
nen ankerblokken of betonnen dan wel ijzeren ankerbalken. De
jukken worden in of op betonneuten gefundeerd en de landhoof-
den eveneens in meer permanenten trant uitgevoerd,
A. De eerste ondervindingen op het gebied van den bouw van
permanente hangbruggen door de genietroepen dateeren uit den
tijd der Preanger Stellingen, toen in verscheidene militaire wegen
hangbruggen zijn gebouwd, waarvan ik er enkele wil noemen
a. de brug over de Tji Minjak nabij Boender (31D-281223) in den
toegangsweg naar het werk op den Pr. Gagak, een brug met
lage ophangpunten en vertikale schragen op 3 kabels links
en rechts
b. de bruggen over de Tji Sokan en de Tji Kondang, vlak
voor de samenvloeiing dezer rivieren (31C-C3), lang resp.
58 en 44 m beide breed 2,5 m van gelijke constructie als de
brug sub a. op resp. 6 en 4 kabels aan weerszijden
c. de brug over de Tjikatomas (31B-E7), een hangbrug met
hooge ophangpunten op houten jukken en dubbele kabels,
lang 55 m, waarvan 40 m. eigenlijke hangbrug, en breed 2 m.
d. de brug over de Tjimeta (31B-E6), van gelijke constructie,
lang 34 m breed 2 m.
Al deze bruggen zijn geleidelijk aan door het D. v. O. losgela
ten en in beheer gekomen bij het regentschap of het Inlandsch
bestuur, die aan onderhoud en instandhouding weinig of niets
doen (kunnen doen bij gebrek aan fondsen soms echter wel
de hulp van de genietroepen inroepen om een brug, waarbij de
bevolking veel belang heeft, te herstellen, zooals eind vorig jaar
gebeurd is met de brug over de Tjiminjak.
B. Het volgende experiment was in 1926 een kabelbrug met
hooge ophangpunten over de Tjitaroem bij Kojod (37B-D1), lang
260