In hetzelfde nummer „Air-exercices 1930", luitenant W. M. Yool. Wat be treft het groote belang van het tijdig berichten van de nadering van vijandelijke luchtstrijdkrachten, wil men eenig uitzicht hebben dat de „defending aircraft" hen belet hun doel te bereiken, zegt schr. o.a.: „Daartoe staan blijkbaar slechts twee wegen open, hetzij door verkenningsvliegtuigen overdag onafgebroken te doen patrouilleeren in de nabijheid van de vijandelijke aerodromes of langs de meest waarschijnlijke naderingswegen, gereed „to shadow any formations which take off", dan wel door het oprichten van vooruitgeschoven observatie posten op den grond, voorzien van rijdende draadlooze stations. De laatste methode lijkt de meest zekere en de meest economische, aangezien patrouil lerende luchtstrijdkrachten „may miss a formation" en een betrekkelijk ge makkelijke prooi vormen voor de vijandelijke „fighter-aircraft"bovendien en dit is het belangrijkste, zou, indien de vijand over meerdere bases beschikt waar vandaan hij kan opereeren en meerdere naderingswegen heeft, deze methode zooveel „aircraft" vorderen, dat zulks moet leiden tot een aanzien lijke vermindering van deter beschikking van den verdediger staande „striking force". Tactiek. La Revue d'infanterie. No. 458. November 1930. „Au sujet de la liaison infanterie-artillerie", luit.-kolonelDuhourcau. „De verbinding infanterie- artillerie komt slechts tot stand door een innige samenwerking der twee wapens. Deze berust voor alles op „la camaraderie de combat", maar ze ontstaat niet onvoorbereid (elle ne s'improvise pas)zij berust op een lang durige „habitude dus travail en commun" en vereischt een methodische in structie. Deze instructie moet zich niet bepalen tot periodieke oefeningen waarbij men werkt op vage schema'sze moet bestaan uit „1' application répétée de procédés peu nombreux, mais poussés dans le détail et toujours adaptés au cas concret". In hetzelfde nummer nog „La cooperation de l'artillerie au combat de l'infanterie en haute montagne", commandant Regnault. „Uit deze verhande ling blijkt dat de twee elementen die „constituent la liaison entre les armes principales du champ de bataille concordance dans l'espace et concordance dans le temps" in bergland veel meer moeilijkheden opleveren dan in de vlakte". In het slot, na een toegepaste studie lezen we nog: „La concordance dans le temps a été réalisée dans des conditions nettement insuffisantes". De oor zaak daarvan is de centralisatie in de bevelvoering bij de artillerie. „La concordance dans l'espace" is niet zoo volkomen geweest als wenscheiijk zou zijn. De redenen daarvan zijnmaterieel, niet geschikt voor de opdracht, te groote afstand waarop geschoten werd deze laatste reden direct gevolg van de centralisatie". Als „remèdes" geeft schr. aan: decentralisatie tot aan de tactische „groupe bataljon - batterij (of afdeeiing). Hij herinnert aan de „groupe-alpin" van vóór den oorlog van een bataljon chasseurs en een batterij van 65 mm., die hij wil zien herleven in de eenheid bataljon-alpin batterij 75 bg jverder voor „appui direct" en de meeste afdeelingen der „action d'ensemble": de materiel a tir courbe, sur bats". Revue de cavalerie. November-December-nummer 1930. „Le combat de cavalerie" (Een lezing van generaal Chinkarenko over de cavalerie gedurende den burgeroorlog in Rusland), ritmeester Moslard. „Tot op dit oogenblik was de geschiedenis van dien oorlog bijna steeds voor net grootste gedeelte de geschiedenis van het wapen der cavalerie, die, van haar overwegende rol op het gevechtsveld". „De verklaring van het feit van die „renaissance" moet men zoeken in de bijzondere omstandigheden van den oorlog in Ruslandsommige van die omstandigheden zullen ook in de toekomst kunnen voorkomen tn zelfs in de naaste toekomst en zelfs buiten het Russische operatietooneel. Men zal ze 270

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 64