275 Luchtstrijdkrachten. Mil. Wochenblatt. No. 20. November 1930. „Probleme der Botnben- kriegführang". Besproken wordt een artikel van kolonel Guillemeney in de „Revue des forces aériennes", waarin deze tot de conclusies komt: 1. Welke ook de aard van het doel moge zijn, men zal, zoodra men niet een ononderbroken aanval van langen duur kan uitvoeren, een ernstige werking slechts bereiken door een zeer groot gewicht der totaal afgeworpen bommen en 2. Het eenige toestel dat zich voor de uitvoering van bomaanvallen leent, die vernietiging nastreven, is daarom het reuzenvliegtuig met groote actie radius en, omdat het bij dag optreedt, hooge vliegcapaciteiten (onder reuzen- vliegtuig wordt hier verstaan een machine van de grootte der Caproni 90 P.B.). Met deze conclusies wordt door den schr. ingestemd. Mil. Wochenblatt. No. 23. December 1930. Die Luftgefahr und Deutschlands Zukunft". „De grootte van het luchtgevaar is, afgezien van de bijzondere omstandigheden van ieder oorlogsgeval, een gevolg van den technischen vooruitgang der luchtvaart in het algemeen en de militaire lucht vaart in het bijzonder. Dat die vooruitgang sinds den wereldoorlog buitenge woon groot geweest is, behoeft geen nadere toelichting, gezien de bijna dagelijksche wonderlijke prestaties van sport- en verkeersvliegwezen. Wat de techniek ons heden in bijna dagelijks stijgende prestaties voor oogen voert, geeft ons daarom een denkbeeld van de grootte van den factor, waarmede we de uitkomsten van de oorlogvoering in de lucht van de jaren 1914-1918 vermenigvuldigen moeten om een voorstelling te krijgen van den omvang van het hedendaagsche luchtgevaar". Militarwissenschaftliche Mitteilungen. November-December-nummer 1930. Neuzeitliche Kriegsflugzeuge", kapitein H. Ritter. „Wanneer men dus na de beide aangevoerde inzichten eenpersoons- en tweepersoonstoestellen naar hunne absolute gevechtswaarde vergelijkt, dan vindt men dat voor- en nadeelen elkaar nagenoeg in evenwicht houden en aan geen van beide types een absolute „Überlegenheit" kan worden toegekend". „Een betrekkelijke „Überlegenheit" is er echter dadelijk, wanneer men den toe- komstigen tegenstander mede in beschouwing neemt, nl. het dagbombarde- mentstoestel. Dan heeft het tweepersoonstoestel overwegende voordeelen. Wing-commander M. Henderson verklaart: „De ideale toestand zou zijn in de plaatselijke luchtverdediging eenzits- naast tweezitstoestellen te gebruiken, waarbij de eerste de begeleidende jachtvliegtuigen des tegenstanders, de tweepersoonstoestellen de vijandelijke bombardementstoestellen hadden aan te vallen." Uit overwegingen van economischen aard, gebruiksmogelijkheden, opleiding en materieele aanvulling moet men echter besluiten tot één type, waaruit genoemde Engelschman afleidt, dat ook voor plaatselijke luchtverde diging het tweepersoonstoestel met zoo hoog mogelijk opgevoerde capaciteit het beste type is". Journal of the Royal United Service Institution. No. 500. November 1930. Aeroplanes and armiesAircommodore C.R. Samson. „Het vliegtuig ais middel voor aanvallen tegen troepen op den grond en hunne hulpdiensten vereischt veel meer ernstige aandacht dan tot heden daaraan schijnt te zijn besteed. De laatste Iegermanoeuvres bv. lieten den indruk achter dat, als een van beide partijen was blootgesteld geweest aan den aanval van een kleine macht als vier „squadrons" van moderne vliegtuigen, de uitwerking daarvan zeer ernstig zou zijn geweest". Onder „Forms of Attack" behandelt schr. 1. Attack of large armoured vehicles, (door „gun-carrying aeroplanes", welke bestreden worden door den „single-seaterfighter")2. Attack on small armoured fighting vehicles (uitge voerd door „daybombers" met een aantal houders aan boord, waaruit telkens bommen van plm. 8 lb. in groepen van vijf worden losgelaten); 3. Attack en transport (door zware bommen en mitrailleursde houders met kleine bommen hebben groote voordeelen evenals het met kanon bewapende vlieg tuig).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 69