2e. Het A. K. als omtrekkende groep, teneinde zich meester
te maken van den Rooden Torenpas, waarmede de hals van den
trechter verstopt zou zijn.
Aan het Cav. korps viel de taak ten deel den vooruitgedron
gen Roemeenschen rechtervleugel, die aan den druk der front-
groep ontsnapte, elastisch op te vangen, doch te beletten in de
richting van het II Roemeensche leger uit te breken. Bovendien
moest aan dit leger verhinderd worden langs het Altdal in den
strijd in te grijpen. Aanvankelijk kon dit dal slechts met vuur
afgesloten worden, zoodra mogelijk moest evenwel een stootgroep
worden gevormd teneinde ook hier actief te kunnen optreden.
Evenals bij Tannenberg (1914) werd dus volstaan met ruite
rij ter immobiliseering van een geheel leger, dat slechts krachtig
behoefde op te rukken om de krijgskans te doen keeren. Het
beginsel der „économie des forces" werd beide malen tot de
uiterste consequentie toegepast, waarbij de veldheer evenwel
mocht rekenen op de bekende traagheid van den tegenstander.
Nauwelijks waren bovenstaande bevelen gegeven of het bericht
kwam binnen, dat de Roemenen eindelijk bij de Jiu den ge-
vreesden stoot hadden toegebracht en over de passen in de
richting Hatszig oprukten. Falkenhayn toonde evenwel de eigen
schap te bezitten, welke de Duitsche aanvoerders zoo dikwijls
gesierd heeft, n. 1. ten koste van alles de verbindingen van den
tegenstander te willen aangrijpen, doch zelf een bedreiging der
eigen verbindingen te kunnen doorstaan. Geen man werd aan
den slag onttrokken. De stoot aan de Jiu kwam te laat en werd
bovendien met te zwakke krachten (1 versterkte Div.) ondernomen.
26 Sept. begon bij Hermannstadt de aanval. Hoewel de Roe
menen geheel verrast waren, hetgeen een gering denkbeeld van
hun inlichtigingsdienst geeft, boden zij gedurende drie dagen
hardnekkig weerstand. Dit langzame verloop van den slag dreigde
den Centralen noodlottig te worden, want de beide andere Roe
meensche legers toonden zich minder passief dan Samsonow
gedurende den slag bij Tannenberg en rukten W. waartsop.Het
1 Leger week voor dezen druk gestadig terug, terwijl Schmettow's
ruiters er nauwlijks in konden slagen het Altdal gesloten te
houden. Flank en rug van de bij Hermannstadt strijdende front-
groep van het 9 Leger begonnen dus gevaar te loopen. De
beweging van het II Roemeensche leger werd intusschen geremd
door de aankomst der vorengenoemde 89 I. Dwaartegen de
logge Roemeensche massa's onmiddellijk front begonnen te maken.
Alles bijeengenomen was de toestand van het 9 Leger in den
nacht van 28/29 Sept. uiterst kritiek. Door vol te houden behield
Falkenhayn wel is waar kans den slag te winnen, doch liep hij
eveneens het gevaar eener debacle. Nochtans zette hij door en
duidelijk toonde zich wederom dat„La bataille est la lutte de
deux chefs. Les armées ne sont que les instruments de deux
212