volontés opposées" (Foch). In den morgen van 29 Sept. bleek
het verzet der Roemenen gebroken, de slag was gewonnen.
Hoewel de Roemeensche Altgroep een zware nederlaag had
geleden en uit Zevenburgen was weggevaagd, bleek de omtrekkende
manoeuvre toch niet ten volle gelukt. Het Alpenkorps had den
Roodentorenpas niet onafgebroken gesloten kunnen houden, ter
wijl bovendien eenige bergpaden ter beschikking der Roemenen
waren gebleven. Hierdoor vielen den Centralen slechts 3000 ge
vangenen en 13 stukken geschut in handen, terwijl het gros der
Altgroep, zij het ook geheel gedesorganiseerd, naar Walachije
kon ontsnappen.
Wij willen ons eindoordeel thans samenvatten tot
Conclusie VII.: „Hoewel de manoeuvre door het
Cibingebergte als omtrekking niet geheel ge
slaagd is, werd hierbij, in voorbereiding en
doorvoering, op navolgenswaardige wijze ge
streefd naar vernietiging der zeer overmachtige
vijandelijke strijdkrachte n".
c. De manoeuvre Z. vandeAlt (slagen bij het Geis-
terwald, 5-10-' 16, en bij Kronstadt, 7/9-10-'16).
Na den slag bij Hermannstadt kreeg het Alpenkorps opdracht
den Rooden Torenpas af te sluiten. Ook bij de Jiu was het in
middels gelukt de passen weer in handen te krijgen. Hierdoor
waren de verbindingen van het 9 Leger beveiligd.
Falkenhayn, onder wiens bevel 1 Oct. ook het 1 Leger trad,
maakte zich nu op, in overeenstemming met de 24 Sept. ontvangen
aanwijzingen der „O. L. L." 2), den linkervleugel van het II
Roemeensche Leger omvattend aan te grijpen. De 3 divisies van
XXXIX R. K. benevens het Cav. korps Schmettow moesten daar
toe omzwaaien en zich front O. opstellen. N. van hen stond het
1 Leger, waarvan de twee rechtvleugeldivisies (Korps von Mor
gen89 I. D. en O. H. 71 I. D.) 5 Oct. in het verband van het
9 Leger traden, zoodat dit toen stond opgesteld met 5 divisies
naast elkaar en het Cav. korps op den linkervleugel.
De Roemenen zetten aanvankelijk den opmarsch hunner beide
in Zevenburgen overgebleven legers in W. richting voort, waar
voor de krachtsverhouding nog steeds gunstig was. Het 1 Leger
bleef hiervoor gestadig terug wijken en dreigde zoo de linker
flank van het 9 Leger te ontblooten. Lieten de Centrale legers
zich in het defensief dringen, dan was hun ondergang niet te
ontgaan, daar hunne krachten geheel ontoereikend waren om de
eenige in aanmerking komende stelling, de Maros-Kokel linie,
213
Zie schets 6.
2) Zie I.M.T. No. 2 blz. 159/106.