sa lie Armée".Gezien de aanmerkelijke overmacht in getal wel ke de Roemenen nog steeds bezaten, is dit een treffend voorbeeld van de uitwerking, welke een druk in de richting der verbindingen op een aarzelende legerleiding uitoefent. 5 Oct. hield de linkervleugel van het II Roemeensche leger in het Z. gedeelte van het Geisterwald stand, teneinde als spil der terug zwaaiende beweging van dit leger te dienen. Het XXXIX R. K. brak envenwel dezen weerstand snel. Slag in het Geisterwald). Ook het IV Roemeensche leger was den terugtocht thans be gonnen en meer en meer werd het duidelijk, dat de beide Roe meensche legers elkaar verlieten en ieder op de eigen verbindingen, onderscheidenlijk O. en Z.O. waarts, teruggingen. De hierbij tus- schen hen ontstaande opening werd voorloopig met cavalerie (2 C. D.) gevuld. Het gros der cavalerie van von Schmettow draaide daarop N. waarts af en trachte, hoewel tevergeefs, in den rug van het IV Roemeensche leger te komen. 7 Oct. stelde het II Roem. leger (3 divisies met de voorste deelen van 2 uit het Z. weder aangetrokken Landstormdivisies) zich bij Kronstadt en Z. W. daarvan nogmaals te weer. Ook ditmaal deed het nevenleger een schuchtere poging in te grijpen. Met deelen van 2 divisies stootte het IV Roem. leger uit de richting Kokos in de linkerflank van het 9 Leger. Deze beweging schiep wederom een kritiek moment, doch werd ook thans niet krachtig doorgezet. 8 Oct. werd deze manoeuvre op haar beurt door een flankstoot van de 89 I. D. (Korps Morgen) getroffen, waarop de Roemenen zich terugtrokken. Inmiddels had de Centrale rechtervleugel den Törzburgerpas vermeesterd, waarop de Roemeensche legerleiding besloot over den Predealpas terug te trekken, alvorens ook deze was verloren gegaan. Door dit tijdig genomen besluit vielen den Centralen slechts 1.175 gevangenen in handen. 9 Oct. waren de Roemenen op de passen teruggetrokken. Omstreeks gelijktijdig had het IV Roem. Leger, minder krachtdadig gevolgd en vrijwel ongehavend, zich over de Karpa- then in Moldavië teruggetrokken. Zevenburgen was daarmede door de Roemenen ontruimd. Hoewel ook de tweede phase van den veldtocht voor de beide Centrale legers dus succesvol verloopen was, had de daarbij toegepaste strategische manoeuvre niet tot het beoogde doel ge leid. Noch bij het 9, nóch bij het 1 Leger was het gelukt 's vijands flank te omvatten. Dit mag o.i. evenwel niet aan de 215 Bujac „La campagne de Sept. Oct. 1916 in Transsylvanie" „B, B. S. M." 1923, blz. 882.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 9