4. DE LUCHTSTRIJDKRACHTEN VOOR TARAKAN EN BALIKPAPAN. door E. T. KENGEN. Kapitein-Vliegenier. Toen in den aanvang van 1930 de Defensiegrondslagen wer den bekend gesteld, evenals het programma van uitvoering daar van, kwam het eenigszins als een verrassing voor de Luchtvaart- Afdeeling te kunnen constateeren, dat bij de defensie van Tarakan en Balikpapan een belangrijke taak was ingeruimd voor de lucht strijdkrachten. Tot dan toe was de aandacht bij de L. A. in hoofdzaak gericht gebleven op de taak en het gebruik van luchtstrijdkrachten bij de verdediging van Java, over welk onderwerp dan ook meerdere malen van gedachten werd gewisseld. Daar de L. A. nog verre verwijderd was van de in 1921 ontworpen en in 1925 vóórhaar vastgelegde sterkte, werd uiteraard minder aandacht gewijd aan andere in onzen Archipel voor de luchtstrijdkrachten weggelegde arbeidsvelden, verband houdende met het optreden aldaar van een mogelijken B. V., en welke een verdere uitbreiding der sterkte zouden hebben noodig gemaakt. Vermeend wordt dat dit een juist standpunt was, hetgeen o. i. zijn bevestiging vond in de later gevolgde inkrimping der Java-luchtstrijdkrachten, welke niet onwaarschijnlijk geschiedde ten behoeve der voor de buiten bezittingen benoodigde afdeelingen. Intusschen brachten Tarakan en Balikpapan (verder aan te duiden als T. en B.) iets geheel nieuws, want zoowel de taak als het terrein van actie en de aldaar toe te passen strijdwijze, verschillen grondig van de voor Java geldende omstandigheden. Om deze reden behoeft het dus niet te verwonderen dat in de vakpers over deze onderwerpen tot nu toe nimmer werd gedis cussieerd, en ook nu zou het artikel waarschijnlijk in de pen zijn gebleven, ware het niet dat de vertraging van het tempo van uitvoering der voor T. en B. benoodigde maatregelen als het ware uitlokt tot een meer ampele bespreking, en het naar voren brengen eener afwijkende meening. Deze laatste geldt de keuze van het vliegtuigtype dat men gemeend heeft de vervulling der taak der luchtstrijdkrachten aldaar te moeten opdragen. Wij zijn uiteraard niet volledig op de hoogte van de overwegingen 238

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 32