5. HET ZWAARTEPUNT VAN DEN AANVAL.
I. M. T. 1931 No. 1
door
INF.
Naar aanleiding van het onder bovenstaanden titel in het Januari
nummer verschenen artikel zij het ons vergund de aandacht van
de lezers te verzoeken voor het volgende.
Ons A. T. V. zegt over het nemen van een besluit tot het aan
gaan van een gevecht en de wijze waarop dit besluit tot uitvoe
ring zal komen
„de bevelhebber, die het nemen van zijn besluit uitstelt tot
„hem alle inlichtingen, welke hem den toestand volkomen duide-
„lijk moeten maken, zullen hebben bereikt, loopt alle kans met
„de eigen maatregelen te laat te komen, d. w. z. gedwongen te
„worden deze ondergeschikt te maken aan die des vijands, het
geen beteekent, dat hem de vrijheid van handelen inderdaad
„is ontnomen.
„Wanneer een gevecht op handen is, kan de grondslag voor
„het eigen besluit alleen zijn de eigen opdracht of de zich zelf
„gestelde taak, terwijl het eigen inzicht in den tactischen toestand
goed of fout gegrond op de reeds bekende inlichtingen
„omtrent den vijand en de (in hoofdzaak naar de kaart te beoor-
„deelen) terreinomstandigheden, voor den bevelhebber voldoende
„moeten zijn, om aan de hand van deze gegevens voor zich zelf
voorloopig alleen in hoofdlijnen vast te stellen, hoe hij het
„gevecht wenscht te voeren.
„Het resultaat van daarna verrichte verkenningen omtrent
vijand en terrein moet de doeltreffende uitvoering van het geno-
„men besluit helpen verzekeren, mag echter nimmer de bron zijn,
„welke den bevelhebber licht moet verschaffen in de duisternis
„van eigen besluiteloosheid".
De Nederlandsche gevechtshandleiding, echter ten doel hebben
de geheel andeie verhoudingen te dienen dan ten onzent bestaan,
schrijft het maken van een aanvalsplan voor na afloop van gedane
grondige z. n. gewelddadige verkenningen door lichte en desnoods
licht gemaakte troepen en andere verkenningsorganen.
Het Nederlandsche voorschrift veronderstelt dat voornamelijk
na het uitvoeren van deze verkenningen een juist inzicht kan
worden gevormd omtrent de plaats waar het zwaartepunt van
den aanval zal worden gelegd.
249