7. HET GEVECHTSSCHERMEN.
door
E. PESCH.
Eerste luitenant der Infanterie.
Naar aanleiding van een artikel over het gevechtsschermen
voorkomend in het I. M. T. No. 1 zij het ons vergund ook onze
meening hierover te zeggen, opdat deze aan andere kan worden
getoetst.
Allereerst de kwestie over het actief gebruik van de karabijn
bij het weren. Hierover vinden we in het voorschrift slechts het
volgende
„De karabijn wórdt niet gebruikt om te weren. Vastgehouden
als bij de stelling is omschreven, verleent zij bescherming aan
de linkerzijde van het lichaam".
Wat nu sluit dit woordje actief in
Mag een passieve houding met de karabijn in de stelling waarbij
we passief de houwen, toegebracht op de linkerzijde van het
lichaam, opvangen, als een actieve wering worden aangemerkt?
Naar onze bescheiden meening moet het antwoord daarop ont
kennend luiden. Actief beteekent voor ons in dit geval dat we de
karabijn op de een of andere wijze daadwerkelijk zouden gebrui
ken om te weren b. v. druk, slag of tegenstelling. Een dergelijke
wering mag dus blijkbaar niet. Maar mag, zooals we zoonet aan
duiden, een houw willens en wetens met de karabijn worden
opgevangen? Bij gedachtewisseling met andere collega's bleken
velen de meening te zijn toegedaan, dat zulks reglementair niet
mocht. Het reglement geeft het o i. niet duidelijk aan; geeft in
elk geval geen enkel voorbeeld waarbij een houw op de linker
zijde met de karabijn wordt geweerd.
Afgezien van het feit dat we in principe tegenstander van een
imperatief verbod bij het gevechtsschermen zijn naar onze mee
ning moet de man in een gevecht, waarbij het om zijn hachje
gaat, zich niet behoeven te storen aan hetgeen wel of niet mag
vragen we ons af om welke redenen het hem verboden wordt.
De steller van het reglement geeft in de 2e zin immers zelf toe
dat de linkerzijde van het lichaam gedekt is?
Waarom dan toch een houw op die flank met de klewang ge
weerd
256