375 diensttijd op l'/2 tot 1 jaar". Besproken worden de betrekkelijke jeugdor ganisaties in Frankrijk, Italië, Engeland, Polen, Tsjechoslovakije, Rusland, Yougoslavië, Zwitserland en de Vereenigde Staten van Noord-Amerika. Oefeningen. Mil. Wochenblatt. No. 24. December 1930. „Leitungsoffizier bei der Rahmeniibung." Schr. geeft zijn ondervindingen weer, die hij opdeed als „Leitungsoffizier" bij een regimentsstaf. Er was te weinig contact tusschen „Leitungsoffizier" en den leider van de oefening, waardoor hij dikwijls zonder groote fantasie niet in staat was den regimentscommandant in te lichten omtrent hetgeen deze weten moest. Noodig is daarom dat de L.-On op een bepaalden tijd en een bepaalde plaats worden ontboden en daar worden ingelicht omtrent den toestand bij de tegenpartij en omtrent de plannen van die partij. Daarom moet hem een Hilfsoffizier" worden toegevoegd om de verbinding met het regiment niet verloren te doen gaan. Voorschriften. Allgemeine Schweizerische Miiitarzeitung. No. 11 (November) en No. 12 (December) 1930. „Das neue Exerzier-Reglement für die Infanterie", kolonel H. Kern. De gemobiliseerde infanterie-compagnie bestaat uit com mando-groep en 4 sectiën a 3 geweergroepen van 9 man en 2 lichte mitrail- leurgroepen van 8 man. „Voor de wijze van inzetten van de groep is de groepscommandant, ingeval hij niet bij uitzondering een bepaald bevel daar voor heeft ontvangen (bv. „voorloopig slechts den lichten mitr. inzetten") geheel vrij. Hij kari de heele groep inzetten of den lichten mitr. met schut ters, of met een deel der schutters, dan wel den lichten mitr. alleen. Op dezelfde wijze is hij vrij in zijn vuur". „De mitrailleur-compagnie op oorlogs sterkte bestaat uit een commando-sectie en 3 a 4 sectien van 2 a 3 mitrailleurs; de sectie uit zooveel mitr.-groepen als er mitrailleurs beschikbaar zijn en uit een commando-groep. De commando-sectie bestaat uit de commando-groep (verbindingspersoneel en bediening der afstandmeters), de munitie-groep en de „Dienstgruppe" (handwerkers, hospitaal- en keukenpersoneel en bereden ordon nansen)." „Zeer uitvoerig wordt het gevechtsschieten behandeld. Dit gedeelte moet niet alleen iedere mitraillist (officieren, onderofficieren en soldaten) nauwkeurig kennenook ieder ander officier (combattant) moet het kennen, want de oorlog heeft bewezen dat ook andere dan mitrailleurtroepen in de omstandigheden kunnen komen mitrailleurs te moeten bedienen. Dan moet de offic.er niet alleen het wapen technisch kunnen bedienen maar ook tactisch kunnen gebruiken." Artilleristische Rundschau. No. 5. December 1930. Die neue österrei- chische Verschrift Fiihrung und Gefecht", Rendulic. Betreffende het gebruik van zware mitrailleurs lezen we: „Nieuw is hun gebruik voor de vorming van vuurwalsen. Wegens de geringe waarnemingsmogelijkheden van hun vuur, worden ze opgenomen in de vuurwals van de artillerie. Slechts bij bijzonder gunstige omstandigheden met betrekking tot terrein en waarneming, kan de vuurwals zelfstandig door de zware mitrailleurs worden gevormd". „In het tweede deel, dat de nadering behandelt, speelt de daadwerkelijke of de te ver wachten vijandelijke vliegerwerking een bijzondere rol'. Bij den aanval: „De artillerie moet zoodanig worden ingezet dat de massa van haar vuur op het zwaartepunt geconcentreerd kan worden en dat zij hare opdrachten zoo eenigszins mogelijk zonder stellingverandering kan uitvoeren". „In het bijzonder moeten de artillerie en de zware infanterie-wapens die onderdeelen der infanterie steunen, die het beste voorwaarts komen". „Nieuw zijn de begrippen: „stormafstand" en „storm". Onder stormafstand verstaat het voorschrift de benedenste strooi- grens van het op de voorste troepen van den vijand liggende artillerievuur. Gelijktijdig met de verlegging van het artillerievuur moet de infanterie over gaan tot den storm, d.w.z. ze moet onder vuurbescherming der eigen wapens en door wederkeerige ondersteuning van de onderdeelen, zoo snel mogelijk

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 103