379 Luchtstrijdkrachten. La Revue maritime. No. 131 (November) en No. 132 (December) 1930. Organisation de l' Aéronautique maritime francaise", lieutenant de vaisseau Barjot. Naar aanleiding van het instellen van een ministerie voor de luchtvaart in 1928, waardoor de militaire, maritieme en handels-luchtvaart werden vereenigd en dus de maritieme werd gescheiden van de vloot en ondergebracht in het kader van de luchtmacht, vraagt schr. van het artikel „Is een zoodanige oplossing wel in het voordeel van de nationale verdediging In het bijzonder, is ze vereenïgbaar met een „bon rendement'' van de lucht strijdkrachten, bestemd om te vechten in verband met de marine?" „Het is niet meer het militaire vliegtuig, waai uit het commercieele vliegtuig moet voortspruiten, maar in tegendeel, het zijn de regelmatige vorderingen van het handelsvliegtuig, die thans (in de vredesperiode) aan die van het militaire vliegtuig moeten voorafgaan. Tegenwoordig kan de vereeniging van de handels luchtvaart met de militaire luchtvaartdiensten in één departement, slechts nadeel berokkenen aan de zich nog in ontwikkelingsstadium bevindende handelsluchtvaart". Evenals de Amerikanen meent ook schr. dat ze daarom gescheiden behooren te blijven. Schweiz. Monatsheffe für Offiziere aller Waffen. No. 11 (November) en No. 12 (December) 1930. Die Probleme einer tieazeitlichen Luftmacht" kapitein R. Schr. merkt op dat het officieele orgaan van het luchtvaartministerie in Frankrijk, de „Revue des forces aériennes", het tot dusverre vermeden heeft de grondbeginselen voor het gebruik van de luchtmacht in den oorlog, in den vorm van een duidelijke en ondubbelzinnige „Lehre" vast te leggen. „De re den hiervoor is bepaald daarin te zoeken, dat deze nieuw geschapen opperste leiding der Fransche luchtmacht zich niet sterk genoeg voelt om bepaalde beginselen uit te spreken, die naar alle waarschijnlijkheid den felsten te genstand bij den generalen staf van het leger zouden ontmoeten. Daarom is er tusschen leger en luchtmacht blijkbaar een soort wapenstilstand gesloten om dit gevoelige punt niet aan te raken, een verwarde en „unklare Lage", die zich ook in de later te behandelen organisatie der Fransche luchtstrijd krachten weerspiegelt en zeker ernstige nadeelen met zich brengt". De sterkte der actieve luchtstrijdkrachten vinden we vermeld als volgt Engeland 750 vliegtuigen, ingedeeld in 62 eskaders (a. in Engeland zelf 12 jacht-, 1 verbindings-, 14 dagbombardements-, 7 nachtbombardements-, 1 torpedo-, 5 tactische-, 2 kustverkennings-eskadersb. in de overige deelen van het rijk: 11 bombardements-, 6 tactische, 3 kustverkenningseskaders) Frankrijk: 32 jachtvliegtuig-afdeelingen, 20 dag- en 12 nachtbombardements- afdeelingen, 73 tactische vlgt. afdn., totaal 137 afdeelingen met 1437 vlieg tuigen; Iialë: 93 vliegtuigafdeelingen met 930 vliegtuigen. Over verdere in deeling der Italiaansche luchtmacht is niets met zekerheid bekend. The Coast Artillery Journal. December-nummer 1930. The röle of aircraft in coast defence", brigade generaal H. Rowen Robinson. „Het be staande systeem vertrouwt de kustverdediging bepaaldelijk toe aan de zorg van het leger, binnen welks element die verdediging valt en bij welks mindere beweeglijkheid en natuurlijke defensieve kracht ze ook goed aanpast. Het heeft de proef van den tijd doorstaan gedurende een lange serie maritieme operaties en in den wereldoorlog. Eenige groote verandering daarin zou daarom alleen mogen worden aangebracht, wanneer de noodzakelijkheid ervan duidelijk en dringend wordt gemaakt door de uitwerking van een nieuw oorlogswapen. Aangetoond is dat het luchtwapen die uitwerking thans nog niet bezit. De meerdere waarde van wapens in vaste opstellingen, in verge lijking met schepen blijft, voor een groot deel dank zij de hulp uit de lucht, meer dan ooit tevoren bestaan. Luchtstrijdkrachten hebben ook veel geringere defensieve kracht dan kustgeschut. Te trachten het laatste te vervangen door de eerste, zonder daarbij de totale kracht te verminderen, zou zeer hooge kosten met zich brengen".

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 107