381
Oeeft foto's met beschrijving van een 75 mm. kanon (the 75 mm. T 3 mount)
dat kan worden vervoerd als volgt:
a. getrokken op eigen wielen achter een „prime-mover";
b. geladen op den „prime-mover".
Het kanon kan in vuurstelling worden gebracht op de volgende manieren:
a. met de wielen, de staart geopend als een spreidaffuitin deze stelling
heeft het kanon een zijdelingsch schootsveld van 90 graden en een verticaal
schootsveld tot 80 graden
b. het draaibare onderstel verwijderd en de affuit op den grond gebracht,
waarbij de twee „outriggers" worden gebruikt als hefboomen, die later aan
het voetstuk wederom bevestigd worden als „outriggers". In deze stelling kan
het kanon 360 graden draaien en een elevatie hebben tot 80 graden;
c. het kanon met de affuit kunnen geplaatst zijn op de vrachtauto en daar
van worden verwijderd door een kleine kraan en geplaatst in de vuurstelling b
d. met het kanon kan worden gevuurd direct van af de auto, waarbij de
zelfde „outriggers" worden gebruikt, die thans echter worden bevestigd aan
de truck om dien meer stabiel te maken.
Revue d' artillerie. No. 5. November 1930. „Un nouveau materiel pour
V artillerie de campagne". Onder dezen titel wordt een vertaling gegeven
van het artikel van majoor Barnes in „Army Ordnance" van Mei-Juni 1930
over dit onderwerp, toegelicht met zeer duidelijke foto's.
Het betreft een nieuw model affuit voor een veldkanon (T 3), geconstrueerd
in de geschutfabriek te Watertown. Het kaliber is 75 mm.; Vo =725m./sec.
max. dracht 15 km.; projectielgewicht 7,5 kg.; gewicht affuit schietbuis
in vuurstelling 2900 kg.
In hetzelfde nummer een artikel: Caractéristiques générales des matériels
d' artillerie modernes"chef d' escadron C. Desrousseaux. „Het is waarschijn
lijk dat het grootste deel van het materieel van de toekomst zal zijn met
groot zijdelingsch en verticaal schootsveld en zal behouden den kanonterug
loop (axial freiné) die gelijktijdig verzekert de vuursnelheid en de gemakkelijke
beweging. De elementen „de puissance" welke ontwikkeld dienen te worden
zijn dus naar omstandigheden het kaliber, dan wel de dracht". Als voorbeeld
wordt behandeld „le canon et 1' obusier d' appui direct, obusier dont tout
le monde reconnait maintenant la nécessité".
Revue d'artillerie. No. 6. December 1930. „Nouveaux matériels d'artil-
lerie légere" luit.-kolonel P. Vauthier. Oeeft een beschrijving van het nieuwe
materieel T2 dat in Amerika is geconstrueerd. De schietbuis weegt 670 kg.
Vo 670 m., projectielgewicht 6,8 kg.; max. dracht 13,5 km.; gewicht in
vuurstelling 2700 kg. Evenals het T 3 materieel kan indirect worden gevuurd
zoowel op lucht- als op gronddoelenhet is ingericht voor getrokken vervoer
op den weg dan wel door het terrein, met groote snelheid (op den weg 30
a 40 km. per uur). „Uit een technisch oogpunt is het meest merkwaardige
het binnentreden in de lichte artillerie van het horizontale schootsveld van
360 graden („complet").
Mechaniseering.
La Revue d'infanterie. No. 459. December 1930. Onder „Chroniques des
revues militaires étrangères" vinden we vermeld een artikel uit „Royal
Tank Journal" van Augustus 1930 door kapitein Butler, betreffende de toe
komst van de tank in Engelsch-Indië. In verband met de 4-voudige taak van
het Engelsch-Indische leger [(1. handhaving orde en rust; 2. oorlogvoering
tegen afzonderlijke stammen3. eventueele oorlogvoering tegen een georga
niseerd leger en 4. opdrachten buiten Engelsch-Indië (expedworden de
eischen behandeld waaraan de tank in Indië moet voldoen, nl. max. 7 ton
gewicht (in verband met de door het leger g-ebouwde „ponts moyens");
„solidité a toute épreuve"; in staat zijn lange marschen te verrichten op
zand en in de modderbemanning van minstens 3 man, met de mogelijkheid
een andere, in nood verkeerende bemanning, op te nemen; „ventilation et