382
confort" ingericht op tropische temperaturensnelheid 30 km. per uur met
mogelijkheid van opvoeren tot 40 km.
Verkenningsdienst.
Mil. Wochenblatt. No. 24. December 1930. Gliederung and Verwendung
taktischer Aufklarungsverbande", majoor von Faber dti Faur. Een aanvulling-
van het artikel in de no's 19, 20 en 21 „Neuzeitliche Erdaufklarung Uit de daar
in behandelde, tegenwoordig ter beschikking staande middelen der verkenning
op den grond, worden gevolgtrekkingen gemaakt voor wat betreft de moderne
organisatie en het gebruik van tactische verkenningsafdeelingen. Onder „perit-
tene Aufklarungsabteilungen" geeft schr. als zijn meening, dat de huidige
samenstelling (1-2 eskadrons cavalerie, sectie zware mitrailleurs, geschutsectie,
„Tak", verbindingssectie, pantserauto-sectie, gevechtstrein, dus een afdeelmg
die uit vele kleine eenheden bestaat, een zeer groot aantal met paarcien be
spannen voertuigen heeft) zich niet eigent voor het voorwaarts gaan „obseits
der Strasze auf Nebenwegen" in de samenstelling, die evenzeer op vechten
als op zien is ingericht en „führungstechnisch" reeds een grooten staf vereischt
om de eenvoudigste omgroepeering uit te voeren". Aangezien het automatische
geweer de sabel als blank wapen, de mitrailleur (te paard vervoerd en met
een „Bestwirkung" van 2000 in.), een tankafweerkanon, een „tiberschwere^
mitrailleur voor tankafweer en mijnen (opeen gepantserd „Gelande-fahrzeug
meegevoerd) voor afweer van gemotoriseerde voertuigen, voor de bescherming
van het zien niet ontbeerd kunnen worden, wil schr. deze wapens alle in
een gemotoriseerde afdeeling binnen het cavalerie-regiment indeelen en de
eenheid onderverdeelen in een sectie verkenningsvoertuigen „zum behen
een sectie verbindingsvoertuigen „zum Melden" en een sectie vechtwagens,
ter opname van zware wapens en de mijnen, waardoor een minimum marsch-
lengte, een absolute pantserbescherming en eenvoudige bevelsverhoudingen
gewaarborgd zijn".
Moreele factoren.
Wissen und Wehr. No. 9 November 1930. Gehorthen und Führeu.
Gedanken iiber militarische Persönlichkeitserziehung", kolonel Fr. v. Boetticher.
Wer ist berufen Niet slechts degenen aan wie de natuur rijke gaven, groote
aanvoerdersdeugden in de wieg medegaf. Geroepen is ieder die, met voldoende
gaven des geestes en van lichaam is uitgerust, die in staat is tot onbaatzuchti-
gen arbeid, ieder die bereid is zich op te offeren, ieder die in zich de zwak-
heden van zijn mensch-zijn tracht te overwinnen, in een woord, ieder zedelijk
hoogstaand, karaktervol mensch. Karaktergebreken kunnen door voordeelen
van intellecten van lichaam nooit worden goedgemaakt. Zij zullen öf overheer-
schen öf beinvloeden de bruikbaarheid „zum Führerberuf"."
In No. 10 (December) van hetzelfde tijdschrift: Der Unterordnungstrieb
in seiner Bedeutung für die Fiihrung von Heer und Volk", Dr. F. Jager.
De ondergeschikte wil aan zijn meerderen kunnen geloovenhij verwacht
van hen dat zij hem ten voorbeeld zullen zijn. Dat is psychologisch niet
moeilijk te verklaren. Een mensch wordt wreed ontnuchterd, wanneer hij
moet inzien zich aan een onwaardige te hebben weggeworpen. Ondergeschikt
heid wordt slechts verdragen, wanneer ze „mit einer Steigerung seines we-
sens, mit einer Verreicherung an Werten verbunden ist". Geen vernedering
van'zijn „ik" wacht den mensch, echter een waardeering en verheffing. Hij
wil deel hebben aan de grootte van den aanvoerder".
Revue militaire suisse. No. 11 (November) en No. 12 (December) 1930.
Témoins", kolonel Tayler. Geeft eenige beschouwingen over het gelijknamige
'boek van J. Norton Cru. In het artikel komen tal van aanhalingen voor, uit
spraken van hen, die dea oorlog hebben meegemaakt. „Reeds in een periode
van vrede, in een leger als het onze, waarvan niemand oorlogservaring bezit
en waarin slechts zeer weinigen onderricht ontvingen van leermeesters die hem
medemaakten, een leger dus, waarvan ieder zich slechts een „image theorique
et dialectique" van den oorlog kan maken, blijkt het streven om de chefs