383 te critiseeren gemakkelijker. Niets verzet zich ertegen. Bedenk dat wanneer de vroegere ondergeschikten, die tot het leveren van critiek werden gebracht, op hun beurt hoogere chefs zullen zijn, zij de verwijten die hun worden gemaakt, naar alle waarschijnlijkheid als onrechtvaardig zullen beoordeelen, terwijl zij ze zelf vroeger aan hun eigen chefs hebben gemaakt. Gedurende den vredestijd is het nadeel daarvan slechts beperkt. In oorlogstijd kan het echter zeer ernstige gevolgen hebben. Reden te meer om te komen tot een zeer omzichtige keus van werkelijke getuigen van de „bataille" of van hun ne geschriften. La Revue d'infanterie. No. 459. December 1930. „Etude sur le moral de 1'infanterie francaise pendant la guerre 1914-1918", kapitein J. Brosse. „Men verstaat onder „moral d'une armée, un état psychique commun a ses membres, état résultant d'une synthèse de sentiments complexespatriotisme, honneur". Het is een kracht „d'origine affective" die den soldaat er toe drijft te vechten voor zijn vaderland. Die kracht is verschillend naar gelang de per sonen. De grootte ervan is evenredig „a la noblesse et a l'élévation des ames". „Le moral est générateur d'activité, car il est a base de sentiments et l'hom- men'agit que par sentiment". „In 't kort, het moreel van den soldaat wordt in stand gehouden door „I'ordre, Ia discipline, l'organisation, la cohésion, la so- lidarité, la confiance et une bonne alimentation". Oorlogsvoorbereiding. Coast Artillery Journal. November-nunitner 1930. „Industrialmobilizati on", kolonel FH. Payne. „De kern van ons tegenwoordige plan voor de voorziening in munitie voor het leger is eenvoudig dit in vredestijd met eik concern, dat bij het uitbreken van den oorlog een zekere hoeveelheid muni tie moet vervaardigen, een bijzondere overeenkomst aangaan. De geheele taak is verdeeld over de verschillende deelen van het land in overeenstem ming met de productiemogelijkheden en aan iedere inrichting wordt dat ar tikel toegewezen om te produceeren, waartoe die inrichting zich het beste leent. Dit plan verzekert een regelmatige economische verdeeling van den aanvankelijken productiedruk over het geheele land. Het geeft bovendien aan elke industrieeie onderneming een waarschuwing van de taak, welke het gou vernement daarvan verwacht dat door die onderneming op zich zal worden genomen bij het begin van den oorlog, en verder de gelegenheid om eenige voorbereidingen te treffen voor de vervulling van die taak. In deze phase van het werk werden goede vorderingen gemaakt, grootendeels dank zij den waar- devollen bijstand, welke door de zakenmenschen individueel werd gegeven. Meer dan veertien duizend inrichtingen hebben voorloopige overeenkom sten gesloten met de regeering om de productie van bijzondere artikelen te beginnen, zoo spoedig als uitvoeibaar is na ontvangst van de eigen lijke desbetreffende kennisgeving. Indien we morgen een groote, onvoor ziene gebeurtenis onder de oogen zouden moeten zien, dan weten we vrijwel zeker dat de fouten welke in 1917 werden veroorzaakt door ons gebrek aan nauwkeurige kennis van militaire behoeften, door het concentree- ren van productie-plicht (production-tasks) in reeds overbelaste streken, en door ongeoorloofden wedijver tusschen inkoop-agenten van de regeering, zich niet zouden herhalen. Voorzieningen zijn overal getroffen om te ver zekeren dat geen inbreuk zal worden gemaakt op de schikkingen door de marine gemaakt voor de munitie-voorziening of op de productie, welke voor ziet in bepaalde behoeften van de bevolking". Strategie. Revue militaire frangaise. No. 114. December 1930. „Succes stratégique, succes tactique", kolonel L. Loizeau. Schr. plaats twee uitspraken tegenover elkaar, nl. van Fa'kenhayn: „Een aanval die slechts tactische successen geeft, zelfs belangrijke is te verwerpen, want tactische successen moeten nooit een doel op zich zelf vormen" (offensief van 1915) en van Ludendorff (of fensief begin 1918): „Tactische overwegingen dicteerden me ongetwijfeld

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 111