Spoedig daarna, dank zij den grooten toeloop tijdens den Lom
bok-oorlog en het verraad van Toekoe Oemar, werd deformatie
uitgebreid tot een staf en 5 compagnieën, waarvan de eerste
en tweede reconvalescenten-compagnie te Zutphen en de drie valide
compagnieën te Nijmegen werden gelegerd. Na opheffing van het
werfdepot te Harderwijk in 1907 werd het personeel van die in
richting bij de K. R. ingelijfd. Verschillende omstandigheden
maakten het ten slotte gewenscht het geheele korps in een gar
nizoen te legeren. Zooals boven reeds vermeld waren de resul
taten met de reconvalescenten-afdeeling te Zutphen behaald niet
in alle opzichten bevredigend. Aan den wensch van samenvoe
ging te Nijmegen kon echter niet direct gehoor worden gegeven,
in verband met de onvoldoende logiesruimte in de oude Waal
kazernes ter plaatse. De legering in die kazernes liet in vele
opzichten zeer veel te wenschen over en was zelfs van slechten
invloed op de discipline onder de troepen, hetgeen, indien men
de toestanden gedurende dien tijd aldaar gekend heeft, niet te
verwonderen was. Thans nog is de roep uit die tijden in Nijme
gen niet geheel vergeten en is dit nog min of meer merkbaar
bij de behandeling, welke de „koloniaal" van een gedeelte der
Nijmeegsche burgerij ondervindt. In diverse café's en koffiehuizen
wordt de Indische soldaat, ja zelfs de aanbevolen militairen, n'en
dépit hun distinctief, voortdurend nog geweerd, terwijl men er
niet aan zal denken dezelfde houding aan te nemen tegenover
zijn Hollandschen milicienkameraad. Dit moet ten zeerste worden
betreurd, aangezien het peil en daardoor ook het gedrag van den
doorsnee koloniaal, de proef met die van den Hollandschen mili
cien tegenwoordig glansrijk kan doorstaan.
Wij keeren thans weer terug tot 1909, toen het dringend tijd
werd te besluiten tot den bouw van een nieuwe kazerne voor
de K. R. Hiertoe werd eindelijk besloten. Den 18en Januari 1910
mocht het Z. K. H. Prins Hendrik behagen den eersten steen te
leggen voor de thans naar hem genoemde Prins Hendrikkazerne.
Deze kwam in 1911 gereed en vormt thans nog voor het oog
een sieraad van modernen kazernebouw. In 1912 kwam het hos
pitaal gereed en werd de reconvalescentenafdeeling uit Zutphen
naar Nijmegen overgebracht.
Zoodoende was in 1912 het geheele wervingsinstituut voor
het Indisch leger te Nijmegen vereenigd, terwijl intusschen ook
een einde was gemaakt aan den tweeslachtigen toestand hier
boven vermeld doordat de K R. onder de rechtstreeksche be
moeienis was komen te staan van het Ministerie van Koloniën.
In het jaar 1922 werd wederom tot reorganisatie overgegaan.
Uit Indië werd aangedrongen op uitzending van Europeesch kader
in den rang van sergeant. De formatie der K. R. werd toen he-
bracht op een staf, een kaderinstituut en een subsistentenkader.
Dit kaderinstituut heeft niet aan de verwachtingen beantwoord
om rede het niet doenlijk is, om in Nederland een soldaat,
288