af bij hen worden onderhouden en deze is alleen te verkrijgen
bij aanwezigheid van goed geselecteerd kader, zoowel wat of
ficieren, als wat het lagere kader betreft.
Ook na aankomst in Indië is goede leiding een belang van
de eerste orde, terwijl men vooral steeds erop bedacht moet zijn
dat onder de recruten wel altijd enkelen voorkomen wien de nieuwe
levenswijze in het vreemde land niet meevalt. Deze laatste zorg
strekke zich ook uit tot hen die reeds recruut af zijn en hun
intrede hebben gedaan bij de veldbataljons. Bij menigeen zal
hiervan alles afhangen.
De tegenwoordige formatie der K. R. bestaat uit een staf,
waarbij als officieren zijn ingedeeld een commandant met den
rang van kapitein, majoor of luitenant-kolonel, die rechtstreeks
onder de bevelen staat van het Ministerie van Koloniën in
oorlogstijd kan het korps ter beschikking worden gesteld van
den Minister van Oorlog verder 1 luitenant of kapitein-adjudant
en 1 luitenant voor speciale diensten belast met de menage, de
cantine en het stookbedrijf.
Behalve de staf is nog slechts het subsistentenkader overgeble
ven, waarbij als officieren ingedeeld 1 kapitein commandant; 1
luitenant voor de diensten bij het subsistentenkader en 1 luitenant,
belast met het direct toezicht op de vorming en de opleiding
der aanbevolen militairen. De commandant subsistentenkader
treedt op als compagniescommandant van het geheel, terwijl
administratief eveneens alle verlofgangers beneden den rang van
onderluitenant bij zijne compagnie zijn ingedeeld.
Voor de militaire administratie is een luitenant of kapitein
kwartiermeester bij het korps ingedeeld, terwijl voor den genees
kundigen dienst een officier van gezondheid le klasse of dirigeerend
officier van gezondheid, bijgestaan door een officier van gezondheid
2e klasse, aanwezig zijn.
Al deze officieren zijn van het Indisch leger en worden voor
2 of 3 jaren bij de K. R. gedetacheerd.
Het lagere personeel was vroeger vast bij de K. R. ingedeeld.
Thans zijn van hen nog enkele over. Deze mogen blijven
doordienen totdat zij hun pensioen hebben verdiend en den leeftijd
van 55 jaren hebben bereikt Zij worden niet meer aangevuld,
doch instede daarvan, wordt in hunne vacatures voorzien door
detacheering van onderofficieren en soldaten van het Indisch
leger z g. n. vlottend personeel welke gerecruteerd worden
uit de verlofgangers in Nederland.
Wij zullen hierbij ons overzicht besluiten en eindigen met
officieren en kader, thans bij de K. R. gedetacheerd, als „oud
reservist" nogmaals geluk te wenschen met het veertigjarig
jubileum van hun korps.
290