3. „DE VELDTOCHT IN ROEMENIË".
(28 Aug. 1916—15 Jan. 1917)
Vervolgzie I. M. T. '31 Nos. 1, 2 en 3).
door
M. R. H. CALMEIJER.
Ie Luitenant der Infanterie Ned. Leger, werkzaam
onder de bevelen van den Chef Gen. Staf.
V. DE OPERAT1ËN IN DE DOBROEDSJA.
(Ie gedeelte, 27/8-3/10-'16)
a. Mackensen's manoeuvre langs de Donau
(27/8-30/9-T6)
In overeenstemming met het door ons besproken operatieplan2)
ontving Mackensen 1 Sept. van de „O. L. L." opdracht, het
Donau-offensief te beveiligen door in de Dobroedsja binnen te
rukken en de hoofdmacht in Zevenburgen te steunen, door in de
Dobroedsja zoo sterk mogelijke vijandelijke krachten tot zich te
trekken en te slaan. Zijn leger bestond uit 3 Bulgaarsche divi
sies (1,4 en 6), een gemengd Duitsch detachement, eenige zware
Duitsche art. en 1 Bulgaarsche cav. div. (1). Bovendien naderde
een Turksch legerkorps uit Macedonië. Aan de Donau bleef
slechts één Bulgaarsche landstorm Div. (12) ter bewaking achter.
Ongerekend de Turken brachten de Centralen dus 4/5 hunner
beschikbare macht in het veld en bestemden '/5 voor bevei
liging.
Aan Roemeensche zijde stond hier tegenover het 111
Leger onder generaal Asian (142.523) man 3)) met 3 divisies
versnipperd over de Z. Dobroedsja en 3 divisies langs de Do
nau Bovendien waren aanvankelijk nog 2 divisies (51.165 man)
als strategische reserve bij Boekarest beschikbaar. Deze laatste
troepen werden evenwel reeds vroegtijdig in de richting van Ze-
292
EEN CRITISCH-STRATEGISCHE STUDIE.
Zie Schetsen 4 en 5.
2) Zie blz. 152 I.M.T. No. 2.
3) Sterkte-opgave volgens Kirke, t. a. p. zie ook schets 1.