5. EEN MOEILIJK INDISCH PROBLEEM.
Op andere wijze beschouwd
door
R. B. VAN DIJKEN.
Kapitein der Infanterie.
De inhoud der brochure met bovenstaanden titel van de hand
van den Heer L. A. Vellinga geeft een helder overzicht van de
moeilijkheden, welke aanvulling van het Europeesche element in
het Leger ontmoet. Het gaat hier niet alleen om een legerbelang
in engen zin hetgeen uit dien hoofde reeds een algemeen
Indisch belang zou zijn doch zoowel de Indische alsmoeder-
landsche samenleving zijn er mede gebaat, wanneer jaarlijks een
niet onbelangrijk aantal jongelieden in het Indische Leger
en op lateren leeftijd een deel van hen in de Indische burger
samenleving een werkkring vinden, die de overvulde Neder-
landsche arbeidsmarkt hun niet zou kunnen bieden.
Alles wat een blijvende ontlasting van die arbeidsmarkt bevor
dert, v. z. v. daardoor althans in een reëele behoefte elders wordt
voorzien, moet worden toegejucht, te meer waar het voornaamste
middel hiertoe (emigratie) steeds minder kan worden toegepast.
(De U. S. A. beperkten de immigratie, Canada stelt daarvoor vrij
hooge eischen, Zuid Afrika biedt ook in normale tijden weinig
werkgelegenheid, Zuid Amerika en Noord Frankrijk zijn weinig
bekend en de trek daarheen is onvoldoende georganiseerd).
Het is een ernstig degeneratieverschijnsel, dat de bevolking
van het eigen land van de geboden gelegenheid tot dienstneming
in de vergelegen deelen van het Rijk geen voldoende gebruik
weet te maken, zoodat niet genoeg soldaten van het gewenschte
gehalte kunnen worden aangetrokken. De oorzaken, dat, vergele
ken met vóór den wereldoorlog, de wervingsresultaten belangrijk
terugliepen, moeten dan ook voor een groot deel in Neder
land worden gezocht; ver doorgevoerde sociale voorzorg en ver
anderde mentaliteit der bevolking werken remmend. Soortgelijke
verschijnselen weliswaar onder afwijkende omstandigheden
waren symptomen van het verval van het Romeinsche Rijk; het
is dan ook verblijdend, dat de na 1926 verhoogde werving betere
resultaten geeft.
De thans verkregen aanvulling is evenwel juist voldoende om
de verliezen te dekken. Dit is mede bereikt, doordat geleid
307