I. E. V. neemt het standpunt in, dat de kolonist over eenig be
ginkapitaal moet beschikken, hetgeen dan gestort wordt en waar
over de kolonist in rekening-courant kan beschikken. Teneinde
redelijkerwijs zeker te zijn, dat de menschen het „uit kunnen
zingen'' tot de grond voldoende begint op te leveren voor hun
levensonderhoud, kan uit het kolonisatiefonds voorschot worden
verleend, uiteraard tot een maximum van het door den kolonist
zelf verstrekte kapitaal. Werd aanvankelijk hiervoor gerekend op
f 3000, de praktijk wees uit, dat dit bedrag gesteld moest wor
den op f 5000.
Ongeacht de „algemeene kosten" die bij vermeerdering van
het aantal kolonisten natuurlijk per perceel berekend verminderen
moet dus voor een kolonist op een bedrag van f 10.000 ge
rekend worden. De praktijk van wat een bloeiende kolonie be
looft te worden heeft uitgewezen, dat hiermede iets goeds kan
worden bereiktop minder te rekenen zou het slagen van de
kolonisatie in gevaar brengen.
De kolonist oud-militair zal zich dus gedurende zijn diensttijd
het recht op een kapitaaltje van ongeveer vijf duizend gulden
moeten verwerven, waaraan dan verbonden kan worden voor
bepaalde doeleinden een recht op voorschot van den Lande.
Het is duidelijk, dat een korten diensttijd daartoe onvoldoende
is. Bij een langen diensttijd (die zal blijken zeker niet kleiner
te zijn dan het thans voor het normale pensioen geldende mini
mum) kan waarschijnlijk de dan ineens geheel of gedeeltelijk
uit te keerenwaarde van het pensioen een voldoende hoogte
bereikt hebben. Wellicht dat hier een mogelijkheid is tot samen
werking met het 1. E. V dat reeds over „kolonisatie-organisaties"
beschikt, door b. v. aan het kolonisatiefonds van dit Verbond voor
elk daarbij „koloniseerend" gewezen militair, die aan bepaalde
voorwaarden voldoet, het voor te schieten bedrag in beheer te
geven. 2)
312
Volgens de getallen van de brochure, na zes jaar:
6 X f 200, met eenige rente bijberekend ruim f 1200
(Gouvernements-) passage Nederland voor man, vrouw en
2 kinderen 3-12 jaar: (2 2/2) X f 370 1110
f 2310
Op geld uit opbrengst van tevoren beschikbaar gestelden grond zoo dat
inderdaad kan valt niet te rekenen. Eventueele dergelijke inkomsten zijn
vooral voor de eenvoudige menschen waar het hier om gaat niet te schei
den van andere.
2) Voor eventueele nadere uitwerking is het belangwekkend na te gaan,
hoe den gewezen militair van de „Reichswehr" den overgang naar de bur
germaatschappij wordt vergemakkelijkt. Vooraf zij er op gewezen, dat Duitsch-
land den diensttijd van 12 jaar opgelegd kreeg (het is een compromis: de
bedoeling der Geallieerden was, het systeem van den zéér korten diensttijd
te beletten, zooals ter ontduiking van de ontwapeningsbepalingen van Napoleon
was toegepast); deze tijd is op zichzelf te kort om pensioen te verkrijgen.
Recht hierop bestaat eerst na 18 voor pensioen tellende dienstjaren, waartoe
o. m. de oorlogsjaren in het oude leger dubbel worden geteldhet ininimum-