Op deze wijze kan het animo tot dienstnemen bij deze groep Europeanen desgewenscht verhoogd worden. Een groote verster king van de aanvulling zal dit echter niet opleveren. Is men evenwel zooals schrijver dezes met dhr. V. van oor deel, dat het aantal Europeesche compagnieën beroepsinfanterie uit breiding behoeft, vooral indien de Europeesche militie aan de gemobiliseerde infanterie afdeelingen zouden komen te ontvallen, dan sluit dit in, dat de noodige aanvulling daarvoor moet worden gevonden. Nu moeten de mogelijkheden van het huidige stelsel niet te laag aangeslagen worden. Wel bereikt de sterkte van de aan vulling bij lange niet het door Kolonel van den Belt in 1912 genoemde getal voor het jaarlijksch gemiddelde van 1200, wel schijnt er ook thans geen verband te ontdekken tusschen deze 313 pensioen (zonder kindertoelagen) komt zelfs voor de hoogste onderofficiers rangen niet boven de 150 RM per maand. Het zal in de toekomst hoe langer hoe meer uitzondering zijn. Het recht op pensioen kan gedeeltelijk worden omgezet in een kapitaals- uitkeering ineens. (Voor bijzonderheden ook betreffende het volgende Lappe. „Erlauterungen zum W.V.G. Wie wird der Soldat versorgt.") De militair, die na 12 jaar zonder pensioen den dienst verlaat (hetgeen op den duur dus normaal zal zijn), krijgt 1500 RM. ineens, verhuiskosten, eventueel enkele andere kleine vergoedingen, en in het eerste jaar na zijn ontslag 6/8. in het tweede 5/8 in het derde 4/8 van zijn „pensioengrondslag" (ongeveer zijn laatstgenoten inkomen) op het oogenblik van het verlaten van den dienst deze gedeeltelijke bezoldiging naar omstandigheden vermeerderd met vrouwen-, kinder- en standplaatstoelage. Drie jaar na het verlaten van den dienst geniet de man dus geen enkele inkomsten meer van het Rijk, en moet hij zich een „burgerbestaan" hebben verworven Het Rijk is hem daarbij behulpzaam door toepassing van een capitulanten- stelsel voor betrekkingen in openbaren dienst, en door het verleenen van faciliteiten bij het opzetten van een visscherij- of landbouwbedrijf. Voor schotten kunnen worden verstrekt, o.a. in den vorm van hypotheken tot 90% van de waarde der te stellen zekerheidhet Rijk kan zich binnen bepaalde grenzen borg stellen voor te sluiten leeningen. Gedurende de laatste jaren van zijn diensttijd kan de man degelijk vakonderwijs genieten, dat volkomen gelijkwaardig is verklaard (en is) met het onderwijs aan overeenkomstige burgerscholen. Slechts een deel der jaarlijks afgedankte militairen is dus aangewezen op landbouwkolonisatie, welke natuurlijk naar bepaalde gebieden kan worden geleid. Van onze gewezen Europeesche militairen komt, zooals in den be ginne werd aangegeven, slechts een deel voor landbouwkolonisatie in aan merking; daarentegen staat de weg naar verschillende bedrijven voor allen open. Indien hen in het laatste deel van hun diensttijd een vakopleiding kon worden gegeven, zou dit een groot voordeel zijnin verscheidene groote garnizoenen is de gelegenheid daartoe zonder te veel moeite te vinden. De mogelijkheid van overgang in burgerlijken dienst hoewel op groote schaal immer op bezwaren gestuit mag niet uit het oog worden verloren. De drooglegging van de Zuiderzee opent voor den naar Nederland terugkeerenden oud-militair eveneens perspectieven op het gebied van den landbouw, die niet mogen worden veronachtzaamd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 39