ontstaat een cirkel, waarin de kogels van een G. K. regelmatig
zijn verdeeld. Deelt men het aantal kogels door het oppervlak
van dien cirkel, uitgedrukt in M2, dan verkrijgt men het aantal
treffers per M2.
Deze trefferdichtheid wordt bepaald op een verticaal vlak. Op
een horizontaal vlak zal gelijke dichtheid worden verkregen als
de invalshoek der kogels 45° bedraagt.
Welke factoren beïnvloeden nu de trefferdichtheid
Bij een zeer gestrekte baan kan worden aangenomen, dat het
vlak, hetwelk loodrecht op de as van den verspreidingskegel
staat, verticaal is en dat de afstand van het springpunt tot genoemd
vlak het interval voorstelt. Is nu de tophoek van den versprei
dingskegel 2a en 1 het interval, dan blijkt uit figuur 1 dat
AB 21 tga. Het cirkelvormig vlak AB heeft een oppervlak 1/4
n AB2 7rI2 tg2a. Is verder N het aantal kogels, dan is de tref-
N
ferdichtheid in het vlak AB
n lz tg.2 a
Figuur 1.
A
B
Uit deze formule lezen we, dat de trefferdichtheid.
Ie Evenredig is met het aantal kogels.
2e Omgekeerd evenredig is met het vierkant van het interval.
3e Omgekeerd evenredig met het vierkant van de tangens van
den halven tophoek.
Wil men dus vurende met een bepaalden vuurmond op een
bepaalden afstand nagaan of een voor de omstandigheden loonende
uitwerking kan worden verkregen, dan lost men uit de formule
de trefferdichtheid op. De in de schootstafel aangegeven ge-
wenschte of normale S. H. is zoodanig berekend, dat voor eiken
afstand, rekening houdend met de spreiding tegen doelen van
de meest voorkomende afmetingen de grootste waarschijnlijke
uitwerking is te verwachten (zie H. S. A. punt 47).
De normale S. H. is er eerder op berekend, dat geen grooter
trefferdichtheid wordt verkregen dan noodig is.
Berekenen wij nu aan de hand van de schootstafel van 7,5 cm
Veld met bovenstaande formule de trefferdichtheden voor de
afstanden van 2000 tot 6000 m, dan vinden we respectievelijk
0,64, 0,44, 0,35 0,32, 0,29. Deze getallen zijn niet geheel juist,
320