aangezien de trefferdichtheden zijn berekend voor een verticaal
vlak en het volle aantal kogels (270, staat niet in de schootstafel,
maar in het H. Mob. A. VI A); tevens geven zij slechts een ge
middelde aan, aangezien de kogels zich op het horizontale vlak
zeer onregelmatig verspreiden, terwijl het centrum van de grootste
dichtheid zich groepeert nabij het verlengde van de baan met
den grond.
Toch laten boven aangegeven getallen zien, dat de dichtheden
kleiner worden met het vermeerderen van den afstand. Wil men
die trefferdichtheden opvoeren, dan is een lagere S. H. vereischt
met als gevolg een kleinere diepte- en breedtewerking en ver
meerdering van het aantal aanslagen. Een andere methode is het
vermeerderen van het aantal projectielen op èèn afstand verschoten,
waarbij dan niet getornd behoeft te worden aan het principieele
van een Q. K. vuur de S. H.
Reeds werd opgemerkt, dat de normale S. H. en dus de tref
ferdichtheid de grootste waarschijnlijke uitwerking geeft tegen
doelen van de meest voorkomende afmetingen.
In verband hiermede doen zich twee vragen voor.
Ie Welke doelen worden met G, K. n onder vuur genomen?
2e Welke zijn de meest voorkomende afmetingen van deze
doelen
ad le De eerste vraag is gemakkelijk te beantwoorden. Punt 45
H. S. A. vermeit, dat G. K. n uit lange vuurmonden zich in het
bijzonder eigenen voor het beschieten van ongedekte en onvol
doend 'gedekte levende doelen, zooals schutters of mitrailleurs
vurende uit een niet van boven gedekte natuurlijke dekking, de
bedieningen van schildartillerie, welke onder schuin- of flank-
vuur kunnen worden genomen.
ad 2e De meest voorkomende afmeting van ongedekte doelen
houdt verband met de wijze, waarop de man zich op het ge-
vechtsveld verplaatst en hoe hij dekking zoekt. Verder neemt
men als gunstigste trefferdichtheid gewoonlijk die aan, waarbij
èèn kogel komt op de trefvlakte, welke een man biedt.
Wat is nu de trefvlakte van een man
Het Leerboek der Versterkingskunst No. 599 geeft hiervoor
aan
Trefbaar oppervlak voor staande ongedekte schutters 0,52 M2,
voor knielende ongedekte schutters 0,30 M2, voor staande schut
ters achter een borstwering 0,10 M2.
Wordt beoogd den staanden ongedekten schutter theoretisch
te treffen, dan zullen 2 treffers per M2 noodig zijn de treffer
dichtheid is dan 2. Voor de overige schutters bedragen de tref
ferdichtheden respectievelijk ongeveer 3, 5 en 10.
Aangenomen mag worden dat op het gevechtsveld de laatste drie
afmetingen het meest zullen voorkomen. Knielende of zittende man-
321