projectielen worden verschoten. Vurende met tempo 8 (V. S. A.
punt 188 2e alinea), d. i. 8 schoten per stuk en per minuut, zullen
dus voor het vuur noodig zijn 48:8 6 stukken of een afdeeling
a 2 batterijen. Wordt geschoten in 3 minuten tempo 8, dan worden
per minuut 240:3 80 projectielen verschoten en zijn benoodigd
80:8=10 stukken of minstens 3 batterijen. Bij een kleiner tempo
zullen nog meer vuurmonden noodig zijn (3 temp. 6 13 stukken).
Aangezien artillerievuur, dat vernietiging beoogt, verrassend,
van voldoende dichtheid (hierover later) en snel verloopend moet
zijn, zal in verband met onze sterkte aan artillerie een keuze
moeten worden gedaan uit 5 en 3 minuten tempo 8, waarbij
de samenstelling van een afdeeling als tactische vuureenheid
beslist.
Per H.A. worden 120 schoten afgegeven, zoodat de vuurdicht-
120
heid zal zijn =0,9 (zie onder vuurdichtheid), het verlies-
procent niet medegerekend (zie later).
Door de vuurdichtheid op te voeren tot 1,8 of te verminderen
tot 0,45 zijn respectievelijk het dubbele en de helft van het aantal
batterijen noodig voor het oppervlak van 2 H. A.
Met het voorgaande moge zijn geillustreerd, dat het aantal in
te zetten batterijen afhankelijk is van den beschikbaren tijde.n de
vereischte vuurdichtheid.
Voor storing: 150 schoten per H. A. per uur. (V. S. A.
punt 230 ad a).
Hoe wordt een storend vuur afgegeven
Het V. S. A. punt 225 ad c geeft aan:
Storend vuur, waarbij naar gelang van de verlangde mate
van storing het doel öf gedurende eenige minuten hevig wordt
beschoten, dan wel verontrust door vuurstooten of door onregel
matig afgegeven langzaam vuur, terwijl verscheidenheid in kaliber
en projectielsoort en afwisselende mate van hevigheid der be
schieting aanbeveling kunnen verdienen. Voorts wordt aangegeven,
wat die vuren kunnen beoogen.
Bij storende vuren is het niet noodzakelijk, dat elk deeltje van
het doel bevuurd wordt; de dichtheid kan dus minder zijn dan bij
vernietigingsvuren, terwijl de omstandigheden, welke tot het
afgeven van zoo'n vuur aanleiding geven, van invloed zijn op
den tijdsduur en het aantal te verschieten projectielen. Zoo zal
met het „hinderen" van werkzaamheden ten behoeve van de
versterking van het terrein of van den dienst van aan- en
afvoer minder munitie gepaard gaan dan met het „beletten" van
deze verrichtingen. Hiermede houdt dan weder verband het aantal
te benutten batterijen.
Het voorschrift laat buiten beschouwing voor welk kaliber
het bedrag van 150 schoten geldt. Van zelf sprekend zal dit
323