getal varieeren met de vuurmondsoort en het vermogen van het projectiel. In het navolgende voorbeeld is wederom aangenomen een terreinstrook van 2 H. A. en voorts dat dit terrein gedurende een uur met vuurstooten moet worden verontrust met G.n De volgende vragen doen zich voor: le Hoeveel batterijen zijn benoodigd? 2e Hoeveel vuurstooten moeten worden afgegeven 3e Wat is de vuurdichtheid per vuurstoot? ad le Volgens het V. S. A. punt 188 is het vuurtempo, dat geruimen tijd kan worden volgehouden, zonder de bediening bovenmate te vermoeien (tevens om het materieel niet over te belasten slijten, aankopering enz.) voor snelvuurgeschut 2 schoten per minuut. Het grootste munitieverbruik voor een veldbatterij a 3 stukken zal in dit geval per uur zijn: 3 x 60 x 2 360 schoten. Per H. A. moet dan worden ingezet 150:360 5/I2 batterij, dus voor de beschouwde terreinstrook van 2 H. A. één batterij' Per vuurmond moeten worden verschoten 2 x 150:3 100 pro jectielen. ad 2e Nemen we een vuurtempo 6 aan, dan zal eveneens reke nende op één batterij, in den loop van een uur, gedurende 100:6 17 minuten snelvuur moeten worden afgegeven. Een vuurstoot tempo 6 mag hoogstens 5 minuten worden volgehou den, zoodat drie maal gedurende 5 en eenmaal gedurende 2 mi nuten met dat tempo geschoten kan worden. Het is gewenscht, dat vuurstooten en rustpoozen elkander onregelmatig aflossen! zoodat het volgende vuurplan kan worden opgemaakt. Op het uur x X tot (x 5) min. tempo 6. (x 5) tot (x 20) 15 min. rust. (X 20) tot (x 15) 5 min. tempo 6. (X 25) tot (x 35) 10 min. rust. (X 35) tot (x 37) 2 min. tempo 6. fx 37) tot (x 55) 18 min. rust. (X 55) tot (x 60) 5 min. tempo 6. ad 3e Per batterij worden bij een vuurstoot van 5 minuten tempo 6 over de geheele diepte en breedte van de terreinstrook 3 x 6 x 5 is 90 projectielen verschoten, bij de vuurstoot van 2 minuten slechts 3 x 6 x 2 is 36. Reeds dadelijk springt een ongunstige verdeeling der schoten in het oog. De vuurdicht heid (op de strook van 2 H. A.) bij de eene snelvuurserie be draagt 90:266 is ongeveer 1/3, bij de andere serie 36:266 is. ongeveer 0,14. Laat men echter elke vuurstoot uit een gelijk aantal schoten bestaan, dan wordt een gelijkmatiger verdeeling der scherven over het geheele terreinoppervlak verkregen. Het 324

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 50