Op hetzelfde doel en op denzelfden gemiddelden afstand als boven wordt dan slechts geschoten op 2 afstanden met een strooimaat van 100 m, waarbij het bedrag van 3 maal de schoots- tafel-L. S. 50 is afgerond tot een veelvoud van 25 m. Wordt met den veldvuurmond gevuurd, dan verdient het gemaks halve aanbeveling op afstanden boven de 2000 m een strooimaat van 2 '/2 °/0 van den afstand te nemen. Voor den bergvuurmond en den houwitser moet de schootstafel worden geraadpleegd. Is het terreinoppervlak dieper dan het beschouwde, zoodat op meer afstanden zal moeten worden gevuurd, dan zal het verlies- procent minder worden met de toename van het aantal afstanden, terwijl de grootte van de strooimaat geen invloed uitoefent op dat procent (zie figuur 5). Figuur 5. 3k- 2 7 7 2 I 7b 75 3Vs 17s 7« l4/s7o «- l4/5 °/o Uit bovenstaande blijkt, dat de diepte, welke gelijkmatig onder vuur genomen wordt gelijk is aan het product van het aantal af standen en de strooimaat. Worden voor de verschillende afstanden der schootstafel b. v. opklimmend met 1000 m de strooimaten vastgesteld en daarna de producten berekend van de correspondeerende strooimaten met het aantal afstanden waarop zal worden gevuurd, dan kan men onmiddellijk de diepte van het terrein in m aflezen, dat gelijkmatig onder vuur wordt genomen bij strooien. Deze gegevens kunnen dan worden vastgelegd in een tabel, welke in de schoots tafel of in een vademecum wordt aangebracht. 328 2 7 16 25 25 16 7 2 2 i 7 16 25 25 16 7 2 16 25 25 16 7 2 2 7 16 25 i 25 i 16 2 7 16 25 25 x 16 7 2 2 7 16 i 25 27 23 23 27 27 i 23 23 27 27 23 23 27 27 23 23 i 27 25 16 7 2 3'. d 5 52/5;43/s:4V5 52/s 5" r, 4:i. 5-IV-, 52/r, 52/s 43 5 43/s 52 ;i 52 :j 43 s 43/s 5 Vs 5 500 n

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 54