terwijl het zelfde ventieltype vervaardigd door een andere fabrie k,
aan het mondstuk gemonteerd, in rust openstaat (zie fig. 10,
dichtingsoppervlak o). Om een dergelijk ventiel moet een
ventielkoker gebouwd worden. Fig. 11a geeft de toestand weer
bij ons ventiel.
Ons ventiel, dat bij zeer hooge gasconcentraties bij het inade
men 100 °/o gasdichte gasafsluiting geeft, hetgeen met gassen
met directe prikkelwerking beproefd is, behoefde dus uit een
oogpunt van gasdichtheid niet beschermd te worden. Het bouwen
echter van een aparte ventielkoker om het beschadigen van het
ventiel te voorkomen werd om redenen van practischen aard
(het moeilijker opbergen in de tasch) dan ook niet toegepast
en werd volstaan met het aanbrengen van een eenvoudige
ventielbeschermer, die dient om te voorkomen dat het ventiel bij
het opbergen in de tasch niet dubbel knikt of verwrongen wordt,
waardoor de uitademingsweerstand verhoogd zou worden.
Het dichtingsoppervlak is groot, (zie het gearceerde gedeelte
in fig. 11 b) terwijl de uitademingsweerstand bij 80 1. lucht per
minuut slechts 6 mm. waterdruk bedraagt.
Het is echter een feit dat een onbeschermd ventiel spoediger
toegankelijk is voor zandkorreltjes, vuil e. d., doch gezien het
groote dichtingsoppervlak, behoeven wij ons daarover, hetgeen
in de practijk gebleken is, niet bezorgd te maken. Beschadigingen
komen in de practijk weinig voor, gedeeltelijk ingescheurd blijft
het ventiel gasdicht.
Het ventiel is eenvoudig van constructie, sterk, kan gemakkelijk
verwisseld worden en het medenemen van een reserve ventiel in
de tasch neemt geen extra ruimte in.
Hoewel de in de laatste jaren bij de verschillende nieuwe
maskertypen aanwezige ingebouwde uitademingsventielen uit
constructief oogpunt een zeer prettigen en modernen indruk
maken (wij hebben hier speciaal het oog op een in 1930 ver
vaardigd masker, waarop wij om bijzondere redenen niet verder
in kunnen gaan), mogen wij niet vergeten dat het materiaal in
handen van soldaten komt (de onderzoekingsgeest van den een
is grooter dan van den ander) en dat teere en ingenieuse con-
structiën, daarom in beginsel niet te aanvaarden zijn. Vóór alles,
goede gasdichte afsluiting, zoo eenvoudig mogelijk en een de
onderzoekingsgeest zoo min mogelijk prikkelende constructie.
Tenslotte zij vermeld dat de invoering van een gasmasker met
ingebouwd ventiel onherroepelijk een vergrooting van de maximum
vastgestelde afmetingen van de tasch van het gasmasker A, ten
gevolge zou hebben.
ad. 6. De constructie van het inademingsventiel.
De technische uitvoering van inademingsventielen kan, omdat
zij niet absoluut luchtdichte afsluiting behoeven te geven (zij
340