geven echter altijd luchtdichte afsluiting) zeer eenvoudig zijn. Zij bestaan dan ook meestal uit een ronde rubberschijf. Het inademingsventiel kan op de navolgende plaatsen aange bracht worden a. In het mondstuk. b. In de boven of onderzijde van de slang. c. In de onderzijde van de vullingbus (dus vóór de vulling). d. In de bovenzijde van de vullingbus (dus achter de vulling g. m. A.). ad. a. Deze constructie wordt o. a toegepast bij het in fig. 9a. afgebeelde masker en heeft het groote nadeel dat het mondstuk te groot wordt. Voor de opberging daarvan, in combinatie met een slang en een vullingbus, is een groote tasch noodig. ad. b. Hiervoor kan men ook mica-ventielen gebruiken. Deze hebben echter het nadeel dat zij afschilferen, door het conden- satievocht spoedig vastplakken en bij de ademhaling leven maken. Aangezien de constructie van de slang daardoor ingewikkeld en duur wordt, verdient deze plaatsing geen voorkeur. ad. c. Deze constructie biedt het voordeel dat het ventiel gemakkelijk verwijderd kan worden. Dit kan o. a. zijn nut hebben op het gevechtsveld in het geval als vermeld in V. G. A. pt. 43 (4). Als nadeelen worden aan deze plaatsing vermeld, dat eraan de onderzijde van de bus geen ruimte over is voor het plaatsen van een z. g. voorzetbus (b. v. tegen koolmomoxyde) terwijl uit een oogpunt van nevelafvanging in het algemeen deze constructie beslist nadeelen heeft. ad. d. Uit het bovenstaande moge blijken dat een plaatsing van het inademingsventiel boven de vulling, doch in de bus, de voorkeur verdient. Als nadeel staat hiertegenover dat het ventiel, in tijd van nood, niet onmiddellijk, doch middels een puntig houtje, spijker of pincent verwijderd moet worden (v. g. a. pt. 43 (4)). ad. 7. De constructie van het bandenstelsel. Aan de constructie van een bandenstelsel kunnen de navolgende eischen gesteld worden a. Bij het dragen van het masker in beschermingsstelling moet het bandenstelsel het geheele gelaatstuk van het masker geleidelijk tegen het gezicht aandrukken. b. Het bandenstelsel moet, rekening houdende met eisch 1, zoo weinig mogelijk aanhechtingspunten met het gelaatstuk hebben. Veel banden geeft veel tijdverlies bij het opzetten van het masker. c. Geen der banden mag over de ooren loopen. d. Het bandenstelsel moet verwisselbaar zijn. e. De aanhechtingspunten van het bandenstelsel met het ge laatstuk mogen geen druk uitoefenen op het hoofd van den drager. 341

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 67