structie van onze slang geen inademingsventiel of ventielkoker
werd opgenomen, is het voldoende een enkel woord te ver
melden over de bevestigingsvvijze aan mondstuk en vullingbus,
de lengte en soepelheid van de slang.
Ook hier geldt het motto slechts het eenvoudige is voor het
gebruik te velde geschikt.
Een aansluitstuk van de slang op het mondstuk middels een
apart aansluitstuk (bajonet of schroefsluiting) maakt de uitvoering
van het masker gecompliceerder (ook gecompliceerder mond
stuk) en vergroot de mogelijkheid van gaslekken. Fig. 15 geeft
•een dergelijke constructie bij een Degea masker weer.
Een apart aansluitstuk echter voor de slang op de vullingbus
•heeft wel verscheidene voordeelen. Men denke hierbij in de
eerste plaats aan de oplegging. Vullingbussen en rubberonder-
deelen moeten liefst niet in een zelfde atmospheer opgelegd
worden. Voor het verwisselen van een vullingbus te velde (zie
ook V. G A. pt. 43. (2), (4), (6)b.) en voor het afnemen van het
gelaatstuk met slang om het masker te desinfecteeren, verdient
een apart aansluitstuk, zoodat het verwisselen van een bus in
eenige seconden kan geschieden, wel aanbeveling. Het snel ver
wisselen van de vullingbus is bij ons masker niet mogelijk, doch
zal een dergelijke inrichting in de toekomst bij onze maskers
worden aangebracht. Niet echter in den vorm van een apart
aansluitstuk, doch in den vorm van een metalen veer, geplaatst
om het ondereinde van de rubberslang. De veer kan dan b.v
met behulp van een vleugelmoer aangedraaid worden. Dit komt
dus feitelijk neer op een wurging die snel losgemaakt kan worden,
waarbij, gaslekken uitgesloten geacht worden.
Ten slotte nog een enkel woord over de soepelheid en lengte
van de slang. Aangezien stugge slangen een druk op het masker-
gelaatsluk uitoefenen, moet de slang de noodige soepelheid bezitten
•doch zoodanig, dat zij ook niet bij gebruik in verschillende
houdingen geheel dicht gedrukt kan worden, waardoor ademnood
zou ontstaan.
In verband met het opbergen van de slang in de tasch wordt
een minimum lengte daarvan gewenscht geacht. De slang moet
echter zoo lang zijn, dat de langste drager, bij opgezet masker,
het hoofd vrij in alle richtingen draaien kan. In verband met
het vorenstaande (minimum afmetingen van de slang) moet de
slang niet horizontaal, doch vertikaal op de vullingbus aange
sloten worden.
ad. 10. Het gebruik van b r i 11 e n z a 1 f.
Hoe onwaarschijnlijk het aanvankelijk ook moge lijken, zal uit
het navolgende blijken dat men bij het ontwerpen van een
bepaald masker, eerst vast moet stellen welke methode men wil
toepassen om het eventueel beslaan van de oogglazen te voor
komen.
345