De navolgende methoden, die echter geen van al/en een ideale
oplossing geven, staan dan ter beschikking.
a. Gebruik van cellophane oogglas.
b. Een speciale veeginrichting, in combinatie met f
c. Gebruik van een speen en neusklem in combinatie met b.
en f.
Bij gebruik van triplex oogglazen
d. Gebruik van „Klarscheiben".
e. Toepassing van het „Tissot" principe.
Gebruik van brillenzaif.
g. Toepassing van het „Legrende" principe.
h. Combinatie van het „Trissot" en Legrende" principe.
ad. a. Cellophane is een op mica lijkende, goed doorzichtige,
taaie doch soepele glassoort en wordt als oogglas in het Fran-
sche legermasker gebruikt.
Deze glassoort beslaat niet. Ondanks deze goede eigenschap
kan cellophane voor gasmaskeroogglazen niet aanbevolen worden
omdat het zeer gevoelig voor vocht (regen) en warmte is. Hier
door gaat het oogglas rimpelen en wordt het uitzicht zeer slecht
en het terreinbeeld sterk verteekend.
ad. b. Eenige andere glassoorten die niet zoo spoedig beslaan
als glas, (glas beslaat n. 1. het vlugst) zijn cellon en celluloid.
Door in het maskerdoek eenige plooien te maken, waarin van
buiten uit de duimen gestoken kunnen worden, kan men met
deze, bij opgezet masker, de oogglazen schoon vegen. Deze me
thode kan niet bij rubbermaskers toegepast worden, doch alleen
bij gelaatstukken die van een betrekkelijk soepele stof vervaar
digd zijn Voor zooverre ons bekend werd deze methode alleen
toegepast bij het Engelsche M. I. masker en het Russische Se-
linsky-Kummant masker. Voor deze methode moet de maskerstof
de noodige soepelheid hebben. Is de stof te soepel dan gaat het
maskerdoek, tenzij van een aparte speen en neusklem gebruik
wordt gemaakt, bij iedere uitademing bol staan en zal bij iedere
inademing plat op het gelaat gezogen worden.
Z. g. autowisschers komen alleen bij telephoonmaskers voor
(een soort duikerhelm met één groot rond oogglas).
ad. c. Aangezien bij de hiervoor beschreven methode nog uit
adem ingslucht onder het betrekkelijk soepele maskerdoek komt en
daardoor de kans van beslaan van de oogglazen verhoogd wordt,
verdient de onder b vermelde methode, doch in combinatie met
een neusklem en een speen (methode c.), mede in verband met
de soepelheid van de maskerstof boven methode b de voor
keur. (Eng. M. I. Masker).
Door het gebruik van den speen, kan er geen uitademingslucht
onder het maskerdoek komen, en kan het maskerdoek daarom
van een zeer soepele stof vervaardigd worden. Wegens de groote
346