Een goed voorbereid paard springt zelfs niet door het lichtste
hekje heen, hiervoor staan den africhter wel voldoende hulp
middelen ten dienste. Juist als de hindernissen licht zijn, moet
de voorbereiding dubbel goed zijn en daar moeten we heen.
Het springconcours moet de kroon zetten op het werk van
langdurige en ernstige voorbereiding. Voor wat de laatst aan
gehaalde zinsnede betreft moge ik slechts verwijzen naar het
springpaard Tommy van Ritm. de Kruyff, die zoo midden tusschen
de springconcoursen door deelneemt aan de dubbele cross
country van de K. M. S. V. en de eerste prijs wint. De crossen
zijn 7 en 4 KM lang met vele vaste hoogte- en breedtehinder
nissen.
Wat leert nu verder de practijk ten opzichte van de spring
paarden en de jachtpaarden? Dit, dat als regel in beide"num
mers dezelfde paarden uitkomen, met het geringe aanial deel
nemers op Java zou een scherpe splitsing tusschen beide num
mers het aantal deelnemers per nummer te klein maken. Ook in
Holland springen de jachtpaarden mede in springconcoursen en
omgekeerd. Men trekke hieruit geenszins de conclusie dat men
dan één van beide concoursen zou kunnen laten vervallen. Beide
nummers hebben hun aantrekkelijkheid en men vergete niet, dat
ook het publiek een woordje heeft mee te spreken, doch hier
over later meer.
Thans iets over het aanraken van de hindernis. Schr. is het
er heelemaal niet mede eens, dat dit niet als fout wordt gesteld
bij springconcoursen. Toen ik Indië verliet, was zulks wel het
geval en uit de opmerking van schr. zou ik mogen opmaken,
dat men dit thans heeft laten vervallen. Men volgt hier eenvou
dig, wat in Holland reeds lang is gebeurd, terwijl Holland weer
de regel van de groote buitenlandsche concoursen volgt.
Aan deze foutentelling zit meer vast, dan men oppervlakkig
beschouwd meent. Wat is de reden, dat men tot de maatregel
van het niet tellen der fouten is overgegaan? Ten eerste is het
mogelijk om door een juiste keuze en wijze van opstelling der
hindernissen dit bezwaar volkomen te ondervangen zooals ik
boven reeds aangaf, maar bovendien is het uit organisatorisch
oogpunt bijna ondoenlijk het aanraken te tellen en hierbij heeft
vooral het publiek belang. Door het laten vervallen van deze
fouten konden de hinderniscommissarissen vervallen. Wie wel
eens in Madioen en Karanganjer e.d. plaatsen een concours heeft
georganiseerd zal weten, hoeveel moeite het kost om op tijd
voldoende hindercommissarissen bij de hindernissen te krijgen.
Deze personen zijn allen wel vol goeden wil maar meestal zeer on
deskundig, zoodat nogal eens foutieve beslissingen vallen. Thans
ziet men hier op de concoursen geen hinderniscommissarissen meer.
Een jury van drie personen neemt alle fouten op en bevindt zich in
het midden van de ring. Het gevolg is, dat de springconcoursen
veel vlotter afloopen en het eindelooze wachten is afgeloopen.
352