het handgemeen, aangezien de afstand tusschen de vechtenden vaak miniem zal zijn. Hetzelfde kunnen wij niet altijd van de houwen zeggen, welke in de opwinding van het gevecht niet zelden met het plat of den rug worden toegebracht. Dan zal in de gevallen, dat door te dicht op elkander zitten houwen niet goed meer kunnen worden toegebracht, van steken nog profijt kunnen worden getrokken. Wij zijn er van overtuigd, dat de man in het mêlée niet zal nalaten om te steken en dan is het een reden te meer, om hem de steken met de grootste uitwerking reeds bij het gevechtsschermen te doen beoefenen. 361

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 87