welke zich nog in de Dobroedsja bevond. Door haastig alle
vrij te maken troepen naar de Alt te werpen, gelukte het hier
een macht van 8 inf. Div., onder generaal Presan, bijeen te
brengen. Deze sterkte was nochthans geheel onvoldoende om
een ruim 200 K. M. lang rivierfront te bezetten, temeer waar dit
in het Z. aanleunde tegen een andere, vrijwel onverdedigde
rivier.
De Roemeenen groepeerden hun krachten terecht achter het
N. deel van het Alt front, teneinde zoodoende de linkerflank van
de Groep Averescu te dekken. Het vooralsnog ontbreken van een
strategische reserve, teneinde daarmede den Z. vleugel te dekken,
maakte het behoud der stelling evenwel afhankelijk van den goe
den wil der Duitschers haar frontaal aan te vallen.
Falkenhayn's opzet, de manoeuvre ver naar het Z. om te halen,
wierp thans goede vruchten af. Terwijl de linkervleugel der Roe
meenen krachtig werd aangevallen en daarmede gebonden, werd
hij door het Cav. korps Schmettow, gevolg door 2 inf. divisies
over Caracal omtrokken. Deze manoevre werd vergemakkelijkt,
doordat de Roemenen verzuimd hadden de, O. van Caracal ge
legen, Alt brug te vernielen of zelfs krachtig te verdedigen.
Op dit oogenblik overschreed het Donau leger, gecom
mandeerd door generaal Kosch, bij Sistowa den Donau en rukte
recht op Boekarest aan (23 Nov.).
Het 9 Leger en het Donau leger werden nu te samen onder
bevel van Veldmaarschalk Mackensen tot een legergroep vereenigd
(30 Nov.).
De door Falkenhayn toegepaste „manoeuvre over Ca
racal" slaagde er dus in den vijandelijken tegenstand snel te
breken, doch de terugtocht der Roemenen verhinderde, dat aan
zienlijke deelen hunner strijdmacht buiten gevecht werden gesteld.
Slechts de bij Orsowa gestaan hebbende Roemeensche Div. (1)
was afgesneden en moest zich eenigen tijd later (6 Dec.) over
geven. Daar de terugtocht der Roemenen zich in N. O. richting
voltrok, was de Duitsche rechtervleugel gedoemd meer en meer
achter te blijven. Zelfs de groote snelheid van den
Duitschen opmarsch kon de strategische grond
fout der geheele operatie, welke noodgedwon
gen aanvaard had moeten worden, niet op
heffen.
Samengevat tot
Conclusie XIV: „De manoeuvre van Caracal
leert hoehet o n d e r g e s c h i k t m a k e n d e r strate
gie aan de tactiek wel is waarvoorhet beha
len van tactische successen noodzakelijkkan
zijn, doch leidt tot het prijsgeven van het state-
gische doel: de vernietiging der vijandelijke
strijdkrachte n".
394