f. De Roemeensche tegen manoeuvre aan de Ar g e s c h. Het had aanvankelijk in het voornemen der Roemeensche lei ding gelegen, de bij Pitesti te verzamelen strategische reserve te gebruiken voor een tegenaanval op de bij den Szurduk pas doorgebroken Duitsche groep. De manoeuvre over Caracal, waar door de Altlinie onhoudbaar werd, doch meer nog de onverwachte Donau overtocht van Mackensen wierp dit voornemen evenwel in duigen. De opmarsch van het Donau leger dreigde Roemenië in het hart te treffen, daar de verbindingen der zich nog in het gebergte bevindende Roemeensche groepen alle over deze plaats liepen. Generaal Presan besloot daarom, in overleg met Berthelot, gebruik te maken van de geisoleerde positie, waarin het Donau leger zich alsnog bevond, om dit aan te grijpen en partieel te slaan. Daartoe werd het volgende operatieplan ontwikkeld a. Het I Leger (14, 8, 1/17, 13 I. D. en 1 C. D.) dekt tegen de Groep Krafft en de 301 I. D. (samen 4'/2 div.), daarbij langzaam teruggaande op de lijn: Tiganesti—Cotesti. 2) b. Het II Leger (12, 22, 4, 16, 3 en 6 I. D.) blijft de olie- gebieden Buzea—Ploesti-Targoviste dekken. 2) c. De Groepjoncavescu (overblijfselen 18 I.D., versterkt met deelen 21 I. D.)biedt fronfalen weerstand aan het Donau leger. d. De b e i d e c a v. D i v. beveiligen in het gat tusschen laatst genoemde groep en het 1 Leger. e. Er wordt een manoeuvreergroep gevormd van 3 Div. (9/19, 21 en 2/5) teneinde daarmede het Donauleger in de linkerflank aan te grijpen. f. Er zal een strategische reserve gevormd worden van 2 Div. (10, in reorganisatie 7, in aanmarsch uit Moldavië), bovendien zal gevraagd worden de beide Russische divisies, welke zich Z. O. van Boekarest aan den Donau bevinden, naar het W. te doen oprukken. Gedurende de gereedstelling was het zwaar bewolkt, mistig en regenachtig weer, waardoor iedere luchtverkenning was bui tengesloten. Zulks, in verband met de overmacht der Centrale luchtmacht, bewijst, dat ook het luchtwapen niet steeds in staat is strategische verrassingen buiten te stuiten. 30 Nov. was de gereedstelling voltooid en stonden als manoeu vreergroep N. W. van den weg Boekarest—Alexandria gereed 2/5 en 9/19 I. D., met 2 C. D. achter 2/5 I. D. 21 I.D. had fron taal ingezet moeten worden ter weerszijden van genoemden kunst weg, omdat de Groep Joncavescu aldaar reeds niet meer in staat 395 Zie hierbij Schetsen 11, 12 en 13. 2) Schets 12.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 11