een modern gevecht toonde zich hierbij een ernstig nadeel voor de Roemenen, want hun tijd was thans verstreken. De Duitsche Groep Kühne was intusschen onafgebroken doorgemarcheerd, zij het aanvankelijk ook geheel onwetend om trent de manoeuvre, welke zich voor haar front tegen het Donau leger ontplooide. Onbewust bedreigde zij door haar marschin- richting evenwel de verbindingen der omvattende Roemeensche groep. 1 Dec. liepen bij Falkenhayn de eerste berichten binnen omtrent den flankaanval op het Donau leger. In den loop van dezen dag werden bovendien twee Roemeensche officieren gevangen genomen, welke een bevel van den commandant van het I Leger overbrachten, waaruit het Roemeensche plan duidelijk bleek. Hierdoor trok de „Nebel der Ungewiszheit" geheel op en kon Falkenhayn uitgaan van vaststaande gegevens. Zijn eerste denk beeld was thans de beweging der Groep Kühne in O. richting te laten doorloopen, waardoor de verbindingen der Roemeensche omvattende groep afgesneden zouden zijn geworden, terwijl later naar het N. kon worden afgebogen tegen de verbindingen van het Roemeensche I Leger. De toestand van het Donau leger scheen evenwel snellere hulp noodig te maken, terwijl gevreesd werd, dat het Roemeen sche I Leger door een aftocht naar het N. O. aan een dergelijke ver uithalende omtrekking zou ontsnappen. Daarom wierp Fal kenhayn 2 Dec. één Div. (41) tegen de verbindingen van het I Leger, terwijl 2 Div. (109 en 11 Beiersche) de omvattende Roe meensche groep in den rug aanvallen. De bekende woorden van Aartshertog KareiWer mich umgeht ist auch umgangen." gin gen hier bijzonder sprekend in vervulling. Het Cav. Korps Schmet- tow dekte beide bewegingen tegen Boekarest, waarachter één Div. (115) als legerreserve oprukte. De Groep Kühne ging dus in twee divergeerende richtingen uiteen en zou zoodoende een dankbaar doel voor den inzet der Roe meensche strategische reserve geweest zijn. Hiervan waren even wel nog slechts enkele bataljons der 7 I. D. aanwezig. Mackensen bleek een dergelijken tegenzet te vreezen en gelastte daarom, dat één der beide naar het Z. O. afbuigende divisies (109) in het centrum moest blijven. De stoot tegen de omvattende Roemeensche groep werd hierdoor verzwakt. Nochthans was de uitwerking tegen de zonder eenige rugdekking op één punt samengebalde en vastgebeten Roemeensche manoeuvreergroep geweldig. Zulks te meer daar v. Schmettow's cavalerie door haar opmarsch automa tisch de verbindingen met Boekarest afsneed en allen aanvoer onmogelijk maakte. 3 Dec. trof de Duitsche stoot het doel. Gedeeltelijk in paniek vloeide de Roemeensche manoeuvreergroep, onder achterlating van 20.000 gevangenen en 100 stukken geschut achter de Arges 397

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 13