terug. Deze rivier was niet de Marne van Roemenië geworden, zooals de Geallieerden gehoopt hadden. Alvorens thans de slotacte van het Roemeensche drama af te handelen, willen wij enkele punten naar voren brengen, waartoe de zoo juist beschreven manoeuvre aanleiding geeft. De door Presan en Berthelot toegepaste strategische beweging maakte gebruik van het feit, dat het Roemeensche leger zich op de binnenlijnen bevond t o. der conver- geerende centrale groepen. Hare ontwerpers volgden daarbij de klassieke voorbeelden van Napoleon in 1813 en '14, en Frederik de Groote tijdens den Zevenjarigen oorlog, terwijl ook de Nederlandsche Tiendaagsche veldtocht in zeer algemeenen zin een overeenkomstig strategisch beeld vertoont. Het is hierbij noodzakelijk, dat de aangegrepen vijandelijke groep beslissend geslagen wordt, alvorens de nevengroepen gelegenheid hebben in te grijpen. Terwijl in de dagen der beide bovengenoemde groote veldheeren een slag evenwel in enkele uren beslist was, duurt dit thans even zoovele dagen. De afstand, waarop de vijandelijke groepen zich van elkander moeten bevinden dient dus aanmerkelijk grooter te zijn dan vroeger. Bij de beoordeeling van dezen ruimtefactor werpt de mate van bewegingsener gie, welke aan den vijand toegekend moet worden, groot gewicht in de schaal. Hierdoor konden Hindenburg-Ludendorff bij Tan- nenberg en Falkenhayn bij Hermannstadt genoegen nemen met een manoeuvreerruimte welke theoretisch ten eenenmale onvol doende was. Naarmate deze ruimte geringer en de vijandelijke bewegingsenergie grooter is, dienen sterker krachten te worden afgezonderd om deze beweging te remmen. Alvorens den beslis- senden slag te wagen, dient de veldheer zich dus rekenschap te geven van de factoren ruimte (van beweging) en tijd (noodig om de aangevallen vijandelijke groep te slaan en voor de overige vijandelijke groepen om de bewegingsruimte te doorschrijden). Elke fout in de schatting dezer beide factoren, welke ieder voor zich van tal van onzekere grootheden afhankelijk zijn, draagt dus een element van ernstig gevaar in zich. Terecht zegt Culmann daarom: „La manoeuvre en lignes intérieurers parait simple; en réalité, son execution est des plus délicates." Beschouwen wij in verband met het vorenstaande thans d e Roemeensche manoeuvre aan den Arges. De factor ruimte, in verband met de, voor een tegendruk ingezette, krachten, mag zeer voldoende geacht worden t. o. der Groepen Staabs, Morgen en Krafft. Tegenover de Groep Kühne daarentegen werden slechts 2 cav. Div. ingezet, terwijl nog geen strategische reserve aanwezig was om hen te steunen. Wel is waar kreeg het I Leger 398 „Strategie", b!z. 62.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 14