Tijdens den slag aan de Arges was het Roemeensche I Leger voor de Groep Krafft terug geweken, waardoor het zich evenwel aan den stoot uit Z. richting der 41 I D. van Groep Kühne had weten te onttrekken. De linkervleugel van het II Leger kwam zoodoende open te liggen, zoodat dit leger zich, onder opoffe ring van een afgesneden divisie (4 I. D.), bij de teruggaande be weging moest aansluiten. De geheele Roemeensche strijdmacht trok thans in N. O. richting terug. Boekarest werd 3 Dec. tot een open stad verklaard en door het Donau leger bezet. In de bij verbonden legers steeds netelige kwestie van het Opperbevel moest Roemenië zich thans naar Rusland voegen. Generaal Broessilof nam het bevel over het ge heele front, tot aan de Zwarte Zee, op zich en besliste, dat de linkervleugel zou teruggaan naar de kortste wee r- standslijn, de lijn: Gijimes Pas—Trotus—Sereth—Donau. De thans eindelijk in grooten getale aankomende Russische troepen werden gebruikt voor het opnemen der verslagen Roe meensche legers. Hoewel de Centralen er tot dusver in geslaagd waren deze legers herhaaldelijk te verslaan, zeer zware verliezen toe te bren gen en tenslotte grootendeels te desorganiseeren, was de ver nietiging der Roemeensche strijdmacht als geheel nog niet bereikt. Een strategische vervolging was dus noodig om de behaalde resultaten te voltooien. Hiervoor waren de omstandigheden even wel zoo ongunstig mogelijk. De noodgedwongen aan vaarde, doch niettemin onjuiste strategische opzet van den veldtocht maakte zich meer en meer voelbaar. De omzwaaiende Centrale rechtervleugel was gedoemd steeds verder ten achter te geraken bij de naar het N. O., later N, terugtrekkende Roemenen. Daarbij kwam nog dat Kühne's Groep gedurende 26 dagen onafgebroken gemar cheerd en gevochten had en daarbij 300 K M. afgelegd, een militaire prestatie van den eersten rang. Thans waren deze troe pen evenwel uitgeput, gekleed in lompen en met doorgeloopen schoenen. Ook Schmettow's ruiterij, het geëigende wapen voor de evenwijdige vervolging, was aan het einde harer krachten. Op den Centralen rechtervleugel bestond dus geen mogelijk heid in den rug der tegenpartij te komen. De eenige weg daartoe bood zich in een offensief van het O. H 1 Leger uit de Karpathen naar Moldavië. 18 Dec. greep dit leger, thans 11 Div. sterk, daarom bij de Gijimes en Ojtoz pas sen aan. Gelijktijdig zou Falkenhayn bij Rimmicul Sarat een stoot toe brengen, om zoodoende de daar tusschen gelegen Russisch- Roemeensche krachten in de tang te nemen. De beweging van het 1 Leger, dat nimmer groote offensieve kracht ontwikkeld had werd evenwel nog onnoemelijk verzwaard door den bergwinter en slaagden er niet in den Russischen weerstand te breken. Daarbij kon Falkenhayn eerst 21 Dec bij Rimmicul Sarat aan- 400

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 16