aan de wegen gebonden. De etappe spoorwegen eindigden nog
bij Hermanstadt en Schaszburg, d. i. 56 dagmarschen achter de
passen, terwijl de wegen, welke hen daarmee verbonden, in zoo
slechten staat waren, dat van geregelden aanvoer geen sprake
kon zijn.
Kortom„Die Gelandebeschaffenheit und die Nachschub-
schwierigheiten verboten den Einsatz starker Verbande in erster
Linie". (Falkenhayn)
Een geheel analoge gang van zaken kunnen wij herhaaldelijk
aantreffen bij de bestudeering der operatiën tijdens den stelling
oorlog op het W. front. In beide gevallen moest een sterk, niet
te omtrekken front worden doorbroken, alvorens de manoeuvre
gelegenheid kreeg zich te ontplooien. De tactische doorbreking
was dus een „conditio sine qua non" voor een later strategisch
succes. Zoo zegt Ludendorff over het groote Duitsche Maart-offen
sief in 1918: „Es waren die Zeitfrage und die taktischen Erwa-
gungen, dabei an erster Stelle die Schwache der Feindes, die
mich zur Wahl des mittleren Angriffs veranlaszten. Die Taktik
war iiber die reine Strategie zu stellen" („Meine Kriegserrinne-
rungen" blz. 474).
Hoezeer ook in beide gevallen noodgedwongen te aanvaarden,
blijft deze handelwijze toch in beginsel onjuist, want op deze
wijze wordt: „Das Heer zum Herrn des Feldherrn, der Stoff zum
Hemn des Geistes" (Leinweber).
De „O. L. L. welke zich verder van het tooneel der operatiën
bevond, had evenwel meer oog voor de groote strategische lijn
dan voor de tactische uitvoerbaarheid daarvan. In een directieve
van 8 Oct. 2) schreef zij weliswaar eveneens voor de Roemenen
nergens los te laten, doch beval daarbij den hootddruk op de
richting naar Boekarest te leggen.
Deze gedachte werd evenwel verwaterd door de toevoeging,
dat sterke inf. en eav. over de Ojtoz pas in Moldavië moest
stooten. Hiermede wilde men Roemenië van Rusland scheiden.
Een dergelijke operatie, door een 100 km. breed, moeilijk
begaanbaar bergland beloofde evenwel, zelfs met betrekkelijk
sterke krachten, o. i. geen succes. De krachten werden daarentegen
aan de hoofdoperatie onttrokken, waarmede het beginsel der
„économie des forces" werd geschonden.
Bovendien was het o. i. niet juist, dat de O.L.Lop deze
wijze den bevelhebber in Zevenburgen bij de uitvoering zijner
taak bond. Deze handelwijze, welke voortdurend terugkeerde, gaf
uiteraard herhaaldelijk aanleiding tot wrijving.
386
„Der Feldzug der 9 Armee", blz. 2.
2) Als voren blz. 3.