3. PACIFICATIEMOEILIJKHEDEN. door A. L. NOUWENS, Eerste Luitenant der Infanterie. I. Inleiding. Sedert de vestiging van ons Gezag in de Buitengewesten zagen zeer veel officieren naast hun militaire taak, zich ook het Civiel Bestuur toegewezen. Er zijn voorbeelden, te veel om op te sommen, waaruit blijkt, dat deze officieren met hartstochtelijken ijver zich aan hun tweeledige taak wijdden en schitterende resultaten be haalden. Bedenke men slechts welke rol de militaire gouverneurs en ook de militaire gezaghebbers in de pacificatie van het gewest Atjeh en Onderhoorigheden hebben gespeeld. En dit werk is vooreerst nog niet ten einde. Na de expeditie van 1905 1906 in het gewest Celebes en Onderhoorigheden werden ook daar talrijke officieren met de waar neming van het Civiel Bestuur belast. In de Onderafdeeling Kolonodale (Kolono =Golf; Dale diep) thans behoorende tot de Residentie Manado, werd in Mei 1907 de eerste Civiel-en Militair Gezaghebber aangesteld. Ter illustratie der moeilijkheden, die de eerste Gezaghebbers hier ondervonden, moge worden vermeld, dat dat de Mories en Boengkoeneezen geen Maleisch spraken en dat de taal der Moriers was onderverdeeld in acht dialecten en die der Boengkoeneezen in twee. Men was dus aangewezen op het gebruik van tolken, waarvan de praktijk heeft geleerd, dat men niet altijd onvoor waardelijk op hun betrouwbaarheid kon rekenen. Thans wordt vrijwel overal Maleisch gesproken. De grootste moeilijkheden baarde wel de pacificatie van het district Noord Boengkoe waar de To Wana (To mensch Wana bosch) in de bergen hun verblijfplaatsen hadden. Deze lieden munten uit door schuwheid en wantrouwen. Hun voornaamste wapen vormde een lans met vergiftigden punt. Zooals met vele Inheemsche vergiften het geval is, kon men er niet in slagen een tegengift te bereiden, zoodat iedere verwonding door deze lansen veroorzaakt, een zekeren dood beteekende. Voorts waren er twee factoren, welke de pacificatie van dit gebied eer belemmerden dan bevorderden. De handelaren in dit gebied, grootendeels Boegineezen en Arabieren bonden de To Wana aan zich door het verleenen van credieten, welke zeer dikwijls 416

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 32