Weliswaar viel in het tweede geval een heilige plaats in han den van de patrouille, hetgeen zeer zeker het doel ten goede kwam en de taak aanmerkelijk verlichtte. Daarna hield de militaire kracht echter niet op zich te uiten. Het terrein werd grondig afgepatrouilleerd terwijl de registratie een prachtig middel vormde om door tact weer het vertrouwen der bevolking trachten te winnen. De kwaadwilligen waren getuchtigd, hadden hun les gehad en daarna werd de bestuurstaak onmiddellijk weder hervat met de militairen als voelhorens. Door den eersten patrouillecommandant werd zulks geheel verzuimd. Eenige hoofden brachten de rust en orde terug nadat de pa trouille o. a. door de hoogst onvoldoende bewaking, de waardig heid en zelfbewuste kracht die van iedere patrouille behoort uit te gaan, een gevoelige klap had toegebracht. Tenslotte moge hieraan nog worden toegevoegd, dat een zelf bewust optreden niet alleen een eisch is voor de patrouilles in de Buitengewesten, waar men zeer dikwijls nog met primitieven te doen heeft. Ook voor de brigades op Java, die op meerdaagsche V.P.T.L. oefening zijn, is zulks een vereischte. Hoewel de verzetspartij dan voorgesteld wordt door kameraden van de eigen compagnie, wordt toch veelal geoefend in streken, welke niet behooren tot het dagelijksche oefenterrein der troepen. De aanwezigheid van militairen is dus een gebeurtenis in de afgelegen kampongs en niet alleen uit het oogpunt van geoefendheid doch in alle andere opzichten moeten deze oefeningen worden benut, ja uitgebuit. Vooral in deze tijden! 422

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 38