4. EENIGE BESCHOUWINGEN OVER DEN ARTILLERIE- STEUN BIJ DEN AANVAL OP EEN VERDEDIGENDE OPSTELLING IN DEN BEWEGINGSOORLOG. door E. A. STEINMETZ, Kapitein der Infanterie. (met 4 figuren) In de Januari-aflevering van dit tijdschrift troffen wij een in teressant artikel aan van de hand van den majoor der Infanterie H. van der Wal „het zwaartepunt in den aanval", dat de verdienste heeft, naar ons weten het eerste te zijn, waarin de technische en tactische uitwerking van een schema van systematische samen werking tusschen artillerie en infanterie in het N. I. L. onder de oogen wordt gezien. Hoewel wij de meeningen van den schrijver niet in alle op zichten deelen, is het niet zoo zeer onze bedoeling critiek uit te oefenen, als wel wat uitvoeriger de konsekwenties na te gaan welke vastzitten aan een aanval met z. g. „zwaartepunt", speciaal wat betreft den daarvoor noodigen artilleriesteun. Onze reglementen geven over de samenwerking tusschen in fanterie en artillerie want hierop komt het onderwerpelijke vraagstuk neer maar heel weinig. Het A. T. V. geeft in punt 157 eenige ephemere beschouwingen. Het G. V. I. rept over de samenwerking met geen enkel woordG. V. Mob. geeft in de punten 36, 37 en 38 eenige algemeene aanwijzingen en in een bijlage enkele seinen, welke uit de voorste lijn der infanterie moeten worden gegeven om het vuur van de steunende artillerie te regelen. De verschillende fasennaderingsmarsch, het verkrijgen van gevechtsaanraking, de inleidende gevechten, de aanval mèt of zónder zwaartepunt, worden in onze reglementen nergens ge noemd en dus nog minder in beschouwing genomen. Waar de Nederl. Gevechtshandleiding II de systematische aan val op een verdedigende opstelling in den bewegingsoorlog uit voerig en zelfs vrijwel schematisch behandelt, is het begrijpelijk 423 „Plus Pinfanterie est bonne, plus il faut „l'appuyer par de bonnes batteries". Napoleon.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 39