ruim 5 X zoolang geworden als zij oorspronkelijk was, maar bovendien moeten van daaruit in de richting van de pijlen aan vallen worden ondernomen om 's vijands stelling op te rollen en het voorwaarts dringen van de eigen troepen mogelijk te maken. Bedenkt men daarbij nog dat deze zak aan alle kanten en over zijn volle oppervlakte aan convergeerende vuren van alle kalibers is blootgesteld dan springt wel in het oog, dat een onmogelijke toestand zou zijn ontstaan, welke binnen den kortst mogelijken tijd tot een débacle zou voeren. Waarmede tevens de onuit voerbaarheid van een aanval op een dergelijk smal front is aangetoond Doorredeneerende komt de luit. kol. Hoffmann tot de conclu sie, dat bij een voorgenomen indringing in de vij. hoofdweer- standsstrook van 1 K. M. een minimum frontbreedte van het aanvalsvak van 4 K. M. noodzakelijk is. Hetgeen beteekent, dat- gebaseerd op de eischen van artiesteun volgens de Ned. Gev. Handl. alleen voor den rechtstreekschen artiesteun, afgescheiden van voorbereidende, inleidende en beschermende vuren, van artilleriebestrijding en van algemeene opdrachten, een minimum inzet van 13 (dertien) afdeelingen geboden is! Het terrein oefent echter ook in dit opzicht een overwegenden invloed uit, zoodat men als stelregel kan aannemen, dat er voor een bepaald terrein een minimum-aanvalsvak bestaat. Het is de taak van den bevelhebber deze minimum frontbreedte in elk bijzonder geval te berekenen! Als wij het voorgaande samenvatten, dan meenen wij ook al moge dadelijk worden toegegeven, dat op de theoretische eischen in de practijk wel eens wat zal kunnen worden afge dongen, hetgeen we trouwens reeds aanstipten wel te mogen concludeeren, dat het het N. I. veldleger of neutraliteitsgroep met de daarbij organiek ingedeelde artillerie niet in staat zal zijn een aanvalsvorm, als die, welke hier in beschouwing werd genomen uit te voeren. Het is evenwel mogelijk zich een toestand in te denken, dat een gelande vijand zich ge noodzaakt heeft gezien een aan beide zijden aangeleund en ter verdediging ingericht front in te nemen en dat de „neu traliteitsgroep" uit strategische overwegingen daarop een aan val moet ondernemen. De hoofdvoorwaarden zijn hierbij dus: geen manoeuvreermogelijkheid doch wel een zekere mate van tijd beschikbaar voor het treffen van voorbereidingen. Men zal dan in het gemis aan organieke artillerie moeten voorzien, door „ban en achterban" uit de artilleriemagazijnen op te halen en te equipeeren. Als aanvalsvak zal dan o.i. minstens een regi- 428 Vergelijk ook het Duitsche voorschrift Fiihrung und Oefecht der ver- bundenen Waffen p. 318.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1931 | | pagina 44